Negen jaar later...
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op [publicatiedatum]
De wereld veranderde op 11 september 2001. Als ik daar nog aan terugdenk lopen de rillingen weer over mijn rug. Die beelden zal ik nooit meer vergeten. Over 30 jaar weet ik nog waar ik was en wat ik deed op de bewuste dag. Is er in die negen jaar in de vogelwereld eigenlijk iets veranderd? Jazeker!
Soorten komen en soorten gaan, dat is al eeuwen zo. Ook in Nederland hebben we een paar broedvogelsoorten bijna definitief (maar zeg nooit nooit) verloren. De laatste duinpieper hield het op het Kootwijkerzand vol tot 2003, daarna werd het stil op het stuifzand. De klapekster wist met zekerheid te broeden tot 1999, de jaren erna waren er enkel nog territoriale mannetjes. De grauwe gors verdween in 2009 als zekere broedvogel. De ortolaan verdween vrijwel zeker als broedvogel na 2003. Op de nominatie om te verdwijnen staat de kuifleeuwerik. Het aantal van deze kwetsbare soort is dramatisch gekelderd met het trieste dieptepunt van een of hoogstens nog enkele broedparen van de kuifleeuwerik in 2010. En dat terwijl hij in de jaren zeventig nog met 3000 tot 5000 paren vertegenwoordigd was in ons land!
Het goede nieuws is dan weer dan er sinds 2001 ook een paar broedvogels bij zijn gekomen. Wat te denken van de succesvolle broedgevallen van de kraanvogel in het Fochteloërveen, het eerste broedgeval van de zeearend in 2006 en daarna jaarlijks in de Oostvaardersplassen. Ook de wilde zwaan broedt sinds 2005 jaarlijks in ons land. En last but not least het toenemend aantal broedgevallen van de bijeneter. Ook de Cetti’s zangers zitten massaal in de lift omhoog en de middelste bonte specht is bezig om heel Nederland te bevolken. Echt een trend van de laatste jaren.
Waar soorten verdwijnen, nemen andere soorten weer toe. Dat maakt het volgen van de stand, zoals SOVON al jaren doen, ook zo interessant.
Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: William Kreijkes, GFD-licentie