Zichtbare trek en onzichtbare trek
Sovon Vogelonderzoek NederlandBericht uitgegeven door SOVON Vogelonderzoek Nederland op vrijdag 27 augustus 2010
Vorige week vloog er een tapuit door Nijmegen. De stad is een bijzondere plek om tapuiten tegen te komen. Het waaide behoorlijk die dag, en de vogel maakte dankbaar gebruik van de luwte van de gebouwen om zijn trek naar het zuiden te beginnen. Voor de oplettende waarnemer was deze trekkende tapuit niet te missen. Veel vogels zijn veel minder zichtbaar tijdens hun trek: zij vliegen 's nachts of zo hoog dat je ze zelfs met een telescoop niet kunt zien.
Afgelopen week zagen een SOVON-collega en ik een trekkende tapuit langs een raam van Natuurplaza in Nijmegen vliegen. 'Rare plek voor een tapuit', zult u denken, 'zo in de stad'. Dat klopt, maar op trek kunnen vogels op de raarste plekken opduiken. De tapuit was maar heel kort ter plaatse en vloog daarna vlot weer verder, gebruikmakend van de luwte van de gebouwen om verder te komen. Het waaide die dag namelijk behoorlijk. Dit was een voorbeeld van zichtbare vogeltrek. 'Maar bestaat er dan ook onzichtbare trek?', zult u denken?
Onzichtbare trek vindt buiten het gezichtsveld van de waarnemer plaats. Dit kan dus ’s nachts zijn als het donker is, maar ook overdag. Dan vliegen de vogels zo ontzettend hoog over dat ze met het blote oog niet waarneembaar zijn. Zelfs in strakblauwe luchten zijn veel trekkende vogels onzichtbaar. Slechts door een telescoop zijn ze als stipjes te ontwaren.
Voor veel vogels is de jaarlijkse trek een hachelijke onderneming. Het kost ontzettend veel energie en daarnaast weet je als vogel maar nooit of je veilig je eindbestemming haalt. De meeste (kleine) zangvogels vliegen dan ook ’s nachts. Dan hebben ze in elk geval minder kans om gepredeerd te worden. Hoe ze zich oriënteren in het donker is een van de grote mysteries van de vogeltrek.
Grotere vogels vliegen over het algemeen overdag omdat ze grotendeels afhankelijk zijn van thermiek. Dat kost namelijk veel minder energie dan op eigen kracht tegen de wind in te moeten ploeteren. Er zijn ook soorten die zowel overdag als ’s nachts trekken. Ganzen, zwanen, eenden en steltlopers, maar ook koperwieken (denk aan het hoge zjieh-geluid op een rustige windstille avond in oktober) en zanglijsters zijn hier voorbeelden van. Vinken, piepers en kwikstaarten trekken juist weer voornamelijk overdag.
Tekst: Harvey van Diek, SOVON Vogelonderzoek Nederland
Foto: Luc Hoogenstein