wintervlinderrupsen

Veel kale bomen verwacht door enorme hoeveelheid rupsen

De Natuurkalender
23-MEI-2010 - Als je op een groot aantal plaatsen in Nederland naar de bomen kijkt, lijkt het alsof de winter eraan komt omdat de bomen hun bladeren verliezen. De bladeren vallen echter niet van de bomen, maar verdwijnen in de magen van ontelbare rupsen.

Bericht uitgegeven door De Natuurkalender en Biocontrole op [publicatiedatum]

Als je op een groot aantal plaatsen in Nederland naar de bomen kijkt, lijkt het alsof de winter eraan komt omdat de bomen hun bladeren verliezen. De bladeren vallen echter niet van de bomen, maar verdwijnen in de magen van ontelbare rupsen.

Sinds een paar weken vindt er een ware geboortegolf plaats van de rupsen van allerlei nachtvlinders, zoals de kleine wintervlinder, de grote wintervlinder, eikenbladrollers en diverse voorjaarsuilen. Het gaat om een enorme hoeveelheid aan rupsen. Door de grote aantallen worden bomen, en dan vooral eiken, volledig ontbladerd. Doordat ook de bloemen opgegeten worden zullen de kaalgevreten bomen dit jaar maar zeer beperkt eikels produceren.

Rupsen van de wintervlinder (Foto: Martha Prins)Dit verschijnsel heeft zich vorig jaar ook voorgedaan. Een jaar geleden waren er namelijk extreem veel rupsen die ervoor zorgden dat in grote delen van Nederland hele bossen kaalgevreten werden. Ook in 2008 waren er veel rupsen en werd kaalvraat gemeld. In principe kunnen de bomen de volledige kaalvraat wel aan omdat ze later in het jaar opnieuw kunnen uitlopen en de groei kunnen voortzetten.

Doordat de kaalvraat in sommige gebieden nu voor het derde achtereenvolgende jaar optreedt, is het waarschijnlijk dat de bomen verzwakken en kwetsbaarder worden voor bijvoorbeeld de eikenprachtkever. De eikenprachtkever is een warmteminnende soort die vroeger sporadisch in Nederland voorkwam maar eind jaren 90 tot een plaag uitgroeide. De larven maken gangen onder de schors waardoor de bomen op den duur afsterven. De eikenprachtkever heeft een voorkeur voor verzwakte bomen.

Tekst: Arnold van Vliet, De Natuurkalender en Silvia Hellingman, Biocontrole
Foto: Martha Prins