Gladde slang

Help ik word geplagd!

Wageningen University
14-DEC-2009 - Veel heideterreinen worden intensief beheerd door maaien of plaggen. Het idee leeft dat dit nodig is voor het in stand houden van de heide als onderdeel van een oud cultuurlandschap. Onderzoek in restanten heide die lange tijd niet zijn beheerd, laat echter zien dat extensief beheer leidt tot een hoge natuurwaarde en een veerkrachtiger heidelandschap.

Bericht uitgegeven door Alterra Wageningen UR op vrijdag 11 december 2009

Veel heideterreinen worden intensief beheerd door maaien of plaggen. Het idee leeft dat dit nodig is voor het in stand houden van de heide als onderdeel van een oud cultuurlandschap. Onderzoek in restanten heide die lange tijd niet zijn beheerd, laat echter zien dat extensief beheer leidt tot een hoge natuurwaarde en een veerkrachtiger heidelandschap.

Eind jaren 1970 is veel onderzoek gestart naar de vergrassing van de heide en de rol van stikstofdepositie daarbij. Vóór die tijd werd gras in de heide beschouwd als een normaal onderdeel van een cyclus van verjonging en sterfte van struikhei, de soort die de heide paars maakt. Het referentiebeeld van heide is steeds paarser geworden. En om de input van stikstof uit de lucht te compenseren moest de heide worden geplagd, liefst tot op het zand. Deze paarse heide op het droge zand is echter heel gevoelig voor verdroging. Door de betrekkelijk grootschalige ingrepen kan ook het heidehaantje op grote schaal toeslaan, waardoor grote oppervlakten heide vroegtijdig afsterven. Onderzoek van 2006-2008 laat zien dat droge heide op een dikke humuslaag op arme bodems op de Veluwe heel rijk is aan soorten en goed bestand is tegen verdroging. Dergelijke ‘vergeten’ heideterreintjes zijn zo zeldzaam geworden dat men niet meer in de gaten heeft hoe hoog de natuurwaarde van extensief beheerde heide is. Het duurt 50 tot 80 jaar voordat zich een dik humusprofiel ontwikkelt onder struikhei.

 
  De gladde slang is een van de soorten die gebaat is bij oude, extensief beheerde heide.

Een tweede belangrijk resultaat is dat sterk door pijpenstrootje vergraste heide op veel plekken plaats maakt voor bosbesheide. De pollen (horsten) van pijpenstrootje worden als het ware opgegeten door bosbes. In het Nationaal Park Veluwezoom is te zien hoe deze bosbesheitjes vervolgens zo sterk worden begraasd dat er grasheide ontstaat, waarin zich ook weer struikhei vestigt. Deze grasheide of groene heide ging historisch gezien vooraf aan de zeer intensief gebruikte paarse heide en is in ecologisch opzicht een veel interessantere referentie dan de soortenarme en weinig veerkrachtige paarse heide.

Deze onderzoeksresultaten kunnen een nieuwe richting geven aan het beheer van het heidelandschap.

Meer informatie over dit onderzoek is te lezen www.kennisonline.wur.nl en in in het Alterra-rapport 1902 “Natuurkwaliteit dankzij extensief beheer. Nieuwe mogelijkheden voor beheer gericht op een veerkrachtig bos- en heidelandschap”.

Tekst en foto: Rienk-Jan Bijlsma, Alterra Wageningen UR