De snoek: een rasechte jager
Stichting RAVONBericht uitgegeven door RAVON op zondag 8 november 2009
November is een goede maand om in de Nederlandse sloten op zoek te gaan naar vissen. Het slootwater is niet alleen erg helder op dit moment, maar ook kouder dan in de zomermaanden. En hoe kouder het water, hoe langzamer de vissen zwemmen. Een mooie kans dus om vanaf de waterkant vissen te spotten die je normaliter niet zo snel te zien krijgt, zoals de snoek.
Een snoek herken je direct. Deze lange, smalle roofvis heeft een grote kop en een platte, brede bek. Die bek lijkt wel een beetje op een eendensnavel. Zijn rugvin zit ver naar achteren, vlak bij zijn mooi gevorkte staartvin. Op de zijkanten heeft de snoek vaak stippen of strepen. Een vrouwtjessnoek kan wel anderhalve meter lang worden!
Een snoek is een echte jager. Hij kan heel stil in het water hangen, loerend naar andere vissen. Met een machtige slag van zijn staart schiet hij snel naar voren. En met zijn scherpe tanden vangt en verslindt hij zijn prooi. Een jonge snoek kan de kleur van de omgeving aannemen, waarmee hij zich onzichtbaar maakt tussen de waterplanten of op de bodem. Daar wacht hij stiekem tot er een prooi langskomt. Het is overigens een echte kannibaal, die zelfs zijn eigen broers en zussen opeet als die nog klein zijn. Bij deze manier van jagen moet je natuurlijk wel goed kunnen zien. Een snoek houdt dan ook van helder water met veel planten.
Tekst: Kris Joosten, RAVON
Foto: Wikimedia Commons