Bosrietzangers gevoelig voor maaien
Vogelbescherming NederlandBericht uitgegeven door de Vogelbescherming op woensdag 8 juli 2009
Van weidevogels is het bekend dat nesten en jongen verloren gaan door maaien. Maar minder bekend is dat de bosrietzanger daar ook gevoelig voor is. Deze vogel broedt in bermen en droge greppels en sloten, die vaak in deze tijd gemaaid worden.
De bosrietzanger is een karekietachtige zangvogel die laat aankomt in de Nederlandse broedgebieden. De eerste vogels arriveren begin mei, maar tot eind juni kunnen bosrietzangers zich nog vestigen. Anders dan de nauw verwante kleine karekiet, broedt de bosrietzanger juist niet in rietvelden langs het water. De bosrietzanger heeft een voorkeur voor drogere biotopen, vooral voor gebieden met hoog opschietende ruigte, zoals brandnetels met riet en wilgenroosjes. Dit zijn vaak delen die soms al in mei, maar vooral in de zomer gemaaid worden. Omdat bosrietzangers zo laat in het voorjaar broeden gaan vaak veel nesten verloren van deze vogels. De nestjes zijn klein, goed verborgen en niet te zien door de chauffeurs op de maaiers.
Flora- en FaunawetAls bekend is dat er bosrietzangers broeden mag men op grond van de Flora- en Faunawet niet maaien. Maar door gebrek aan kennis van de aanwezigheid van broedende bosrietzangers en meestal niet door onwil, gebeurt het vaak toch wel. Het is daarom goed dat beheerders zoals gemeenten, waterschappen en provincies op tijd gewezen worden op de aanwezigheid van broedende bosrietzangers. Vogelaars en vogelwerkgroepen die ter plekke bekend zijn kunnen hierin een rol spelen. Overigens zijn niet alleen bosrietzangers, maar ook grasmussen en kleine karekieten vaak slachtoffer van maaiactiveiten.
Tekst: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland
Foto: Marek Szczepanek, Wikipedia GNU Free Documentation license