Orpheusspotvogel: zuidelijke gast zet nog niet echt door

Sovon Vogelonderzoek Nederland
12-JUN-2015 - Uitbundig en druk gezang vanuit een meidoorntje begin juni. Is het een spotvogel, bosrietzanger of toch de veel zeldzamere orpheusspotvogel? Zelfs geoefende vogelaars staan regelmatig te twijfelen welke van deze drie soorten ze horen. De orpheusspotvogel, de zuidelijke tegenhanger van de spotvogel, breidt z’n broedgebied uit naar het noorden. Maar deze opmars zet bij ons nog niet overtuigend door.

Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland [land] op [publicatiedatum]

Uitbundig en druk gezang vanuit een meidoorntje begin juni. Is het een spotvogel, bosrietzanger of toch de veel zeldzamere orpheusspotvogel? Zelfs geoefende vogelaars staan regelmatig te twijfelen welke van deze drie soorten ze horen. De orpheusspotvogel, de zuidelijke tegenhanger van de spotvogel, breidt z’n broedgebied uit naar het noorden. Maar deze opmars zet bij ons nog niet overtuigend door.

Vanaf begin mei komen niet alleen spotvogels en bosrietzangers Nederland binnen, maar arriveren er ieder jaar ook enkele orpheusspotvogels. De zang van deze drie soorten lijkt sterk op elkaar en ook hun habitat komt gedeeltelijk overeen. Het is lastig om de subtiele zangverschillen te omschrijven. De wat schelle zang van spotvogels, doorspekt met imitaties en nasale uithalen, is net wat minder chaotisch dan de wat meer pruttelende bosrietzangerzang. Orpheusspotvogels zingen bijna even druk als bosrietzangers en missen de nasale uithalen van de spotvogel. Bij twijfel kun je tegenwoordig met een smartphone het geluid opnemen en geluidenkenners en xeno-canto raadplegen. Bosrietzangers zijn wat meer aan rietruigte gebonden dan de twee spotvogels, maar kunnen evengoed hoog in een struik klimmen om te zingen. (Orpheus)spotvogels kom je tegen in opgaand struweel, rijk begroeide tuinen, langs houtwallen en in jong bos.

De orpheusspotvogel heeft onder andere lichtere poten dan de spotvogel (foto: Harvey van Diek)

Langzame opmars
Volgens de klimaatatlas van broedvogels van Brian Huntley zal de orpheusspotvogel in 2080 zelfs in Denemarken en het zuiden van Zweden broeden. Door de hogere voorjaarstemperaturen schuift de zone waarin deze soort broedt langzaam noordwaarts en zal uiteindelijk de plek van de spotvogel in delen van Noordwest-Europa innemen. Deze opmars verloopt echter niet zo snel als wel gedacht werd. In 1981 vestigde de soort zich in Wallonië, waar tegenwoordig ongeveer 2100 paren broeden. In Duitsland volgde na een eerste broedpaar in 1983 een stormachtige groei tot het einde van de jaren negentig. Daarna stokte de toename.

Onderschat?
In ons land is de orpheusspotvogel in 1979 voor het eerst met zekerheid waargenomen. Aan het eind van de twintigste eeuw leek hij zich definitief te gaan vestigen en werden ook broedgevallen bekend. Daarna stokte het ook in eigen land. De laatste jaren schommelt het aantal territoria orpheusspotvogels in ons land tussen de 4 en 6. Vooral in Zuid-Limburg, dicht bij Wallonië en waar veel gebieden worden afgezocht door soortspecialist Ruud van Dongen, duikt de soort geregeld op. Mogelijk wordt het voorkomen onderschat doordat niet iedere vogelaar de zang herkent. Een vaste voet aan de grond heeft de orpheusspotvogel al wel, maar van een snelle toename is nog geen sprake.

Aantal territoria van orpheusspotvogels sinds 1990 (grafiek: Sovon Vogelonderzoek Nederland, CBS)

Tekst: Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland
Foto: Harvey van Diek
Grafiek: Sovon Vogelonderzoek Nederland en CBS