grote voorjaarsspanner klein

Volop voorjaarsspanners

De Vlinderstichting
13-MRT-2009 - Van de bijna driehonderd vlinderwaarnemingen die tot dusver in maart zijn binnengekomen, zijn bijna de helft voorjaarsspanners. Als we naar het aantal gemelde individuen kijken zelfs meer dan 90%. We praten dan wel over drie verschillende soorten.

Bericht uitgegeven door De Vlinderstichting op vrijdag 13 maart 2009

Van de bijna driehonderd vlinderwaarnemingen die tot dusver in maart zijn binnengekomen, zijn bijna de helft voorjaarsspanners. Als we naar het aantal gemelde individuen kijken zelfs meer dan 90%. We praten dan wel over drie verschillende soorten.

De grote voorjaarsspanner (Agriopis marginaria) is de meest talrijke van de drie. Het is een vrij gewone soort die verspreid over het hele land voorkomt. Vooral in loofbossen, maar ook in struwelen, heiden, ruige graslanden en tuinen. De vrouwtjes hebben geen vleugels. De mannetjes komen soms in grote aantallen af op licht, vooral wanneer de hele nacht lang met lichtvallen (en soms ook met stroop) in het bos wordt gevangen. De mannetjes kunnen ook in de middag al vliegend worden waargenomen. De vrouwtjes worden gevonden door ´s morgens boomstammen af te zoeken.

 

De kleine voorjaarsspanner (Agriopis leucophaearia) komt verspreid op de zandgronden voor en is minder talrijk dan de grote voorjaarsspanner, maar ook zeker geen zeldzaamheid. De mannetjes rusten overdag soms op boomstammen, maar zitten meestal verscholen achter de schors of in bastspleten; ze laten zich gemakkelijk opjagen en gaan dan enkele meters verderop weer zitten. De vrouwtjes worden regelmatig ´s morgens vroeg onder aan boomstammen gevonden. De mannetjes beginnen vrij snel na het donker worden te vliegen en komen soms in grote aantallen op licht af.

 

De voorjaarspanner (zonder voorvoegsel) is een heel andere vlinder, die ook uit een heel ander geslacht komt. De wetenschappelijke naam is Apocheima hispidaria. Het is de minst talrijke van de drie. Het is een gewone soort in Zuidoost-Friesland, Zuidwest-Drenthe en op de zandgronden van Gelderland en Noord-Brabant. Elders is hij schaars of ontbrekend. Oude eikenbossen en struwelen met volgroeide eiken zijn het optimale leefgebied voor de voorjaarsspanner. De rupsen leven op diverse loofbomen, met een voorkeur voor eik.

Tekst: Vlindernet & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto's: Bob van Dijk & Ab Baas