Kleine heivlinder nog niet uitgestorven
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op dinsdag 7 oktober 2008
De afgelopen jaren ging het buitengewoon slecht met de kleine heivlinder. Deze soort komt nog maar op één locatie voor en ook daar waren de aantallen schrikbarend laag. Dit jaar was hij gelukkig iets meer aanwezig.
De kleine heivlinder is een soort van stuifzanden. Open gebieden, met hier en daar wat polletjes buntgras en een plukje heide. Onherbergzaam gebied en zeker niet een plek waar je veel vlinders verwacht. Het is dan ook een speciale soort dat hij zich hier zo thuisvoelt. Als de zon op het zand brand loopt de temperatuur vlak boven de grond al gauw op tot boven de 50°C en midden in de zomer, in een heldere nacht, vriest het er. Door de droogte groeien de grassen er maar matig en dat betekent dat hij als rups zeer lang moet eten om tot vlinder te kunnen ontwikkelen. De kleine heivlinder vliegt dan ook laat in het jaar, in augustus en september.
De kleine heivlinder is altijd een zeldzaamheid geweest, maar kwam een jaar of 15 geleden nog verspreid op ongeveer 10 plaatsen op de Veluwe voor. Het nationaal park de Hoge Veluwe was een van de bolwerken, maar ook op de Veluwezoom, Planken Wambuis, Kootwijkerzand, de Zanding en op het militaire terrein van de Harskamp vloog de soort. De achteruitgang heeft vooral te maken met het dichtgroeien van stuifzanden. Door de verrijking vanuit de lucht krijgen grassen meer kans en ook het uitheemse mos grijs kronkelsteeltje legt het zand over grote oppervlakten vast. De vlinder is bovendien in zo klein aantal aanwezig, dat de kans dat hij in een slecht jaar helemaal verdwijnt zeer groot is.
Alleen op het Kootwijkerzand is de kleine heivlinder er nog, maar er zijn jaren dat er nog geen tien vlinders worden geteld. Het afgelopen jaar 2008 is de soort er gelukkig weer wat meer gezien. In totaal zijn er wel honderd individuen gemeld, maar dat komt ook omdat er veel mensen speciaal naar op zoek zijn gegaan en er dus zeker dubbeltellingen bij zijn. Verheugend is wel dat er ook op één dag 13 vlinders zijn waargenomen die zeker allemaal verschillende individuen zijn. Mogelijk dat de soort zich op het Kootwijkerzand weer uit gaat breiden en dat hij daarvandaan ook de andere gebieden weer kan bereiken als deze weer geschikt zijn geworden.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting