Hebben Grote vlokslakken nu al de lente in hun bol?
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
Dit najaar zijn de eerste eisnoeren van de Grote vlokslak al op 17 september en 22 oktober in de Oosterschelde aangetroffen. Dit is uitzonderlijk vroeg. Hebben deze zeenaaktslakken nu al de lente in hun bol?
Grote vlokslakken zijn het boegbeeld van de Nederlandse Zeenaaktslakken. Ze ontwikkelen zich in de winter, planten zich voort in het voorjaar en gaan dan dood. In de piek van de zomer komt de Grote vlokslak niet in onze kustwateren voor. Jaarlijks verschijnen rond augustus de eerste jonge dieren van deze algemeen voorkomende soort in onze kustwateren. In oktober en november worden steeds meer jonge dieren aangetroffen en daarmee zijn zij typisch de klassieke voorbodes van de naderende winter. Zich voedend met diverse soorten zeeanemonen groeien ze gestaag tot ze midden in de winter geslachtsrijp worden. In de late winter en het vroege voorjaar zien we normaal gesproken de eerste eisnoeren van de Grote vlokslak in onder andere Oosterschelde en Grevelingenmeer. Waarschijnlijk is het langzaam opwarmen van het zeewater een signaal voor de Grote vlokslakken om zich te gaan voortplanten. De dieren zijn dan circa vier tot acht centimeter groot en produceren opvallend grote eisnoeren.
Ook dit najaar, in september en oktober, waren alle Grote vlokslakken in de Zeeuwse Delta zoals gebruikelijk nog relatief klein, niet meer dan circa twee centimeter lang. Zeer opmerkelijk is echter dat al op 17 september van dit jaar het eerste eisnoer van een Grote vlokslak door sportduikers in de Oosterschelde is gevonden. Dit was een bijzonder vroege en mogelijk daarmee ook unieke waarneming.
Op 22 oktober is op de zelfde locatie bij Zierikzee zelfs een tweede eisnoer aangetroffen. Beide eisnoeren waren opvallend klein. Dit is een aanwijzing dat de eisnoeren door de nieuwe generatie dieren van dit seizoen zijn geproduceerd en niet door oude dieren die mogelijk toevallig de zomerperiode hebben overleefd.
Hebben de Grote vlokslakken nu al de lente in hun bol? Hebben deze twee zeer bijzondere waarnemingen mogelijk te maken met het warme najaar? Wij denken van niet. Waarom deze vroeg rijpe pubers zich nu al hebben voortgeplant blijft waarschijnlijk een raadsel.
Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Stichting Anemoon