Uitzonderlijk vroeg: jonge Grote vlokslakken in Oosterschelde
Stichting ANEMOONBericht uitgegeven door Stichting ANEMOON [land] op [publicatiedatum]
De Grote vlokslak is een zeenaaktslak die we vooral in de winter en het voorjaar in onze kustwateren kunnen aantreffen. De eerste jonge dieren worden meestal pas eind augustus of in september waargenomen. Afgelopen zondag hebben meerdere sportduikers in de Westelijke Oosterschelde al de eerste jonge exemplaren aangetroffen. Dit is uitzonderlijk vroeg.
Grote vlokslakken zijn het boegbeeld van de Nederlandse zeenaaktslakkenfauna. Het is een prominente en meestal algemeen voorkomende soort die jaarlijks in de Noordzee en nagenoeg alle kustwateren, inclusief brakwater, wordt aangetroffen. Het is ook één van onze grootste soorten, met een maximale lengte van ongeveer twaalf centimeter. In het voorjaar produceren zij hun eikapsels met de daarin ontwikkelende embryo’s die na enkele weken, als een vrij zwemmende larve, het ei verlaten. De volwassen dieren sterven nadat zij hun eikapsels gelegd hebben. Maanden later, pas in de late zomer, vestigen de larven zich op de bodem en ontwikkelen zij zich tot jonge kleine Grote vlokslakken. Gedurende het najaar en de winter groeien zij door tot volwassen dieren die vervolgens in het voorjaar weer eieren gaan afzetten. En zo is de normale jaarcyclus van de Grote vlokslak rond.
De eerste jonge Grote vlokslakken worden gewoonlijk eind augustus of in september waargenomen. Voor sportduikers is dit een jaarlijks terugkerend fenomeen, maar ook een signaal dat de watertemperatuur weer aan het dalen is en de koude winter in aantocht is. Hier heeft Stichting ANEMOON al eerder in een natuurbericht melding van gemaakt. Dit jaar, nog ruim voor de lente is afgelopen, zijn de eerste waarnemingen van jonge Grote vlokslakken echter uitzonderlijk vroeg. Al op zondag 1 juni zijn de eerste exemplaren in de Westelijke Oosterschelde aangetroffen. De diertjes waren ongeveer drie millimeter groot, wat betekent dat ze toen al mogelijk meer dan een week oud waren.
Wat de reden voor deze uitzonderlijke vroege waarnemingen is, valt moeilijk te zeggen. Komt het doordat we een uitzonderlijk warme winter achter de rug hebben? We zullen het waarschijnlijk nooit weten. We hopen in ieder geval dat de jonge Grote vlokslakken een voorbode zijn van een ook uitzonderlijk vroeg intredende winter en dat we in september wellicht al de schaatsen uit het vet kunnen halen. Zo’n vaart zal het vast niet lopen. Maar het is in ieder geval weer een verrassende waarneming van één van onze zeenaaktslakken. Het is een fascinerende en dynamische diergroep.
Grote vlokslakken komen voor langs de gehele noordwestelijke Europese kust van IJsland tot Noord-Spanje en op de oostelijke en westelijke Noord-Amerikaanse kust. De soort voedt zich met diverse zeeanemonen zoals Zeeanjelier, Zeedahlia, en Slibanemonen.
Tekst en foto’s: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON