Sluipwespje Leen Moraal

Nieuw superklein sluipwespje in houtzwam gevonden

Wageningen University
21-MEI-2008 - Dood hout van dikke oude bomen zie je in Nederland niet veel en de zwammen die daaraan gebonden zijn, zijn dan ook zeldzaam. Nog zeldzamer zijn de insecten die leven in deze zwammen.

Bericht uitgegeven door Alterra, Wageningen UR op 21-5-2008 

Dood hout van dikke oude bomen zie je in Nederland niet veel en de zwammen die daaraan gebonden zijn, zijn dan ook zeldzaam. Nog zeldzamer zijn de insecten die leven in deze zwammen.

Pas als er genoeg dood hout is met voldoende zwammen, dan maken deze insecten een kans op verdere verspreiding. Hun aanwezigheid zou een aanwijzing zijn dat het laten staan van verzwakte en dode bomen in Nederland vruchten afwerpt.

In een oriënterend onderzoek werd specifiek gezocht naar insecten die leven in de Echte tonderzwam (Fomes fomentarius). Deze zwam is een zwakteparasiet, die groeit op verzwakte bomen - vooral berk en beuk. In Nederland werd de Echte tonderzwam tot 1970 slechts sporadisch gevonden maar sindsdien neemt de soort gestaag toe. Deze sterke toename is een gevolg van het feit dat zwakke oude bomen en dood hout steeds minder verwijderd worden. Uit het buitenland is bekend dat zich in de tonderzwam heel specifieke insectensoorten ontwikkelen. In Nederland is nog nauwelijks onderzocht welke insectensoorten in de zwammen voorkomen.

 
Dode beuken met vrucht-
lichamen van de echte tonderzwam
  Een tonderzwam met gaatjes
waaruit kevers zijn gekropen

Op verschillende locaties werden tonderzwammen van dode beuken verzameld en in vangpotten geplaatst. In de loop van de tijd kwamen verschillende insectensoorten, waaronder 23 verschillende kevertjes, uit. Er waren soorten die van zwamweefsel leven en soorten die andere kevers opeten. In zo’n zwam is het dus eten en gegeten worden - een compleet ecosysteem in het klein!

Opzienbarende vondst
Er was een onverwachte vondst in de vangpotten: een onbekend sluipwespje.

 
Het nieuwe sluipwespje is
microscopisch klein
 
Het gaat om een minuscuul sluipwespje met een lengte van 0,5-0,7 mm, behorend tot de kleinste insecten ter wereld. Het is maar tweemaal zo groot als het grootste eencellige organisme - het pantoffeldiertje. Grappig is dat de vleugeltjes alleen maar bestaan uit staafjes met wat haren. Het sluipwespje legt haar eitjes in de eitjes van kevertjes die van het zwamweefsel eten. Dit sluipwespje was nog onbekend voor de wetenschap. Samen met een specialist in Californië hebben we het sluipwespje beschreven en het de naam Cleruchus polypori gegeven. Hierover is een Engelstalige publicatie uitgekomen in het laatste nummer van Entomologische Berichten.

Meer informatie is te lezen in bijgevoegd artikel en bij het project Dood hout en biodiversiteit van het Beleidsondersteunend Onderzoek.

Tekst: Leen Moraal, Alterra, Wageningen UR
Foto’s: Leen Moraal, Alterra, Wageningen UR