Spinnen kleiner dit najaar
Bericht uitgegeven door Arabel op [publicatiedatum]
Mensen die frequent in het veld vertoeven, hebben het al gemerkt. Veel "najaars-spinnen" zijn kleiner dan in andere jaren. Dat heeft ook zijn gevolgen voor de voortplanting.
Grosso modo zijn er twee "spinnenseizoenen" per jaar. Dat betekent dat er twee pieken zijn waarop spinnen volwassen worden. Doorgaans wordt een spinnensoort ofwel in het voorjaar ofwel in het najaar volwassen. Er zijn evenwel heel wat uitzonderingen op deze "seizoensregel" en sommige soorten worden bijvoorbeeld juist volwassen in de winter. Maar arachnologen merken toch dat vooral de lente (mei-juni) het seizoen is waarop de meeste spinnensoorten volwassen zijn, gevolgd door de herfst (september-oktober).
Iedereen herinnert zich nog het warme, droge voorjaar. Dat heeft de "voorjaarsspinnen" geen windeieren gelegd. Het waren ideale omstandigheden voor het floreren van insectenpopulaties. Dat betekent een overvloed aan eten voor de spinnen die op dat moment actief zijn. Spinnen die in hun "opgroeifase" overvloedig toegang hebben tot prooien, worden doorgaans groter. Wanneer het voedselaanbod groot blijft tot aan de eiafleg, gaan ze ook effectief meer eitjes produceren.
Het omgekeerde is echter ook waar. "Najaarsspinnen" die volwassen worden tijdens een slechte zomerperiode ondervinden voedselschaarste en zullen veelal kleiner uitvallen dan in jaren met een goeie zomer.
Kleinere spinnen kunnen ook minder eitjes leggen. Spinnen zijn in staat om dit enigszins op te vangen door kleinere eitjes te produceren, zodat het totaal aantal eitjes niet perse veel lager uitvalt. Een eitje moet echter een minimumgrootte hebben omdat de dooier moet volstaan om het spinnetje voldoende voedsel mee te geven om zich te ontwikkelen en de winter door te komen.
Dat er dit najaar vermoedelijk minder eitjes worden gelegd betekent niet noodzakelijk dat er volgend jaar ook minder spinnen volwassen zullen worden. Zo kan het zijn dat volgend jaar minder spinnen sterven dan gemiddeld, bijvoorbeeld omdat er meer voedsel ter beschikking is per exemplaar. Het voortplantingssucces van een spinnengeneratie hangt dus van vele factoren af.
Tekst: Koen Van Keer, Belgische arachnologische vereniging ARABEL
Foto: Leo Vaes, ARABEL-beeldbank