Geen sneeuw maar pollen met kerst – Hoe omgaan met hitte en pollen in een veranderend klimaat?
LUMC, Vrije Universiteit Amsterdam, Wageningen University & Research, ZonMwDe zeer hoge temperaturen in december die volgen op een warme herfst zorgen ervoor dat de eerste elzen en hazelaars al in bloei komen. Mensen die gevoelig zijn voor pollen van els en hazelaar moeten er rekening mee houden dat de pollenconcentratie de komende twee weken bij droge en zonnige omstandigheden opeens flink op kan lopen. Ondanks dat dit de laatste jaren steeds vaker gebeurt, zijn veel mensen zich nog niet bewust van het feit dat de klachten die ze ervaren rond kerst en oud en nieuw door pollen veroorzaakt kunnen worden. Vervelende bijkomstigheid dit jaar is dat de kerstdagen op een doordeweekse dag vallen en de apotheken dus extra veel dicht zijn. Ons advies aan mensen die gevoelig zijn voor het pollen van hazelaar en/of els: zorg dat je medicijnen in huis hebt.
Omgaan met hittestress
Het gezondheidseffect van vroege pollen en hoe daar op te reageren, is een van de thema’s waar het nieuwe onderzoeksproject ‘Gezond omgaan met hitte en pollen in een veranderend klimaat’ (GoHot) naar gaat kijken. Een belangrijke andere focus is hittestress. In de recordwarme juni van 2023 stierven bijna negenhonderd mensen meer dan normaal in Nederland. De hitte ging gepaard met uitzonderlijk hoge graspollenconcentraties en een slechte luchtkwaliteit. Mogelijk droeg deze ongezonde mix bij aan de extra hoge sterfte. Niet alleen in Nederland waren er gezondheidsproblemen. De extreme hitte heeft in 2023 aan naar schatting 47.000 Europeanen het leven gekost. Met een verdergaande klimaatverandering nemen dit soort gezondheidsrisico’s waarschijnlijk verder toe.
Er is nog veel onduidelijk over welke situaties het gevaarlijkst zijn en wie nu en in de toekomst het meeste risico loopt op ziekte of sterfte. Ook is onduidelijk wie welke acties moet nemen, en hoe je kunt voorkomen dat je het ene probleem oplost, maar daarmee een ander probleem verergert. Adviezen voor het tegengaan van hittestress, door bijvoorbeeld ventileren, zouden juist de blootstelling aan pollen en slechte luchtkwaliteit kunnen vergroten.
De komende 19 maanden gaat een consortium van 16 organisaties de kennis over gezondheidsrisico’s door blootstelling aan hitte, pollen, luchtverontreiniging en combinaties hiervan in kaart brengen. Deze vertalen ze naar concrete handvatten die helpen om de ziektelast te verminderen. Het onderzoek ontvangt daarvoor een ZonMw-subsidie van € 800.000.
Jonge kinderen als risicogroep
Het onderzoek gaat met nieuwe technieken bestaande gegevens over sterfte, ziekenhuisopnames, medicijngebruik, pollenconcentraties en omgevingsfactoren analyseren. Daarmee moet duidelijk worden welke groepen in de samenleving bij welke blootstelling aan hitte, pollen en luchtverontreiniging of combinaties daarvan extra risico lopen op ziekte of sterfte. Er is ook speciale aandacht voor jonge kinderen.
Werken voetbaden, koelende kleding of eten van ijs?
Hoe voorkom je gezondheidsrisico’s? Wat werkt wel en wat werkt niet? Door middel van literatuuronderzoek en experimenten moet duidelijk worden wat de effectiviteit is van verschillende manieren van koelen. Hierbij kun je denken aan het effect van voetbaden, dragen van koelende kleding, het eten van ijs, maar ook het gebruik van airco’s of de aanplant van bomen.
Of kun je beter investeren in het verbeteren van je trainingstoestand, waardoor je mogelijk beter om kunt gaan met hitte? En wat is het effect van ventileren door het openen van de ramen? Als de ramen open staan, kan de pollenconcentratie binnen weer stijgen. Daarom wordt het effect van open of gesloten ramen op de pollenconcentratie in huis getest.
Gedragsverandering
Als we weten wie er wanneer en waar risico loopt en wat je eraan kunt doen, betekent dat nog niet dat mensen en organisaties hun gedrag gaan aanpassen. Het onderzoek probeert duidelijk te krijgen welke factoren bepalen of mensen hun gedrag veranderen. Een belangrijk deel van het onderzoek richt zich vervolgens op hoe organisaties als GGD, Rode Kruis, kennisinstellingen en overheden helder en effectief kunnen communiceren met risicogroepen en de mensen om hen heen. Het GoHot-consortium brengt een groot aantal organisaties met verschillende rollen bij elkaar om de inzichten gelijk toe te passen en zo de grootst mogelijke impact te kunnen bereiken.
Voortbouwen
Met het GoHot-consortium wordt een vervolg gegeven aan het eerste ZonMw-programma op het gebied van Klimaat en Gezondheid. Onderzoekers uit het consortium zijn ook aangesloten bij andere relevante projecten binnen het NWO-programma Nationale Wetenschapsagenda (NWA). Zo onderzoekt BluE and greeN Infrastructure desiGned to beat the urbaN heat (BENIGN) hoe blauwe en groene infrastructuur optimaal gebruikt kan worden in de stedelijke omgeving. Het project CliMate AdaptatioN for HealThy Rural Areas (MANTRA) integreert klimaatveranderingsoplossingen met gezondheidsrisico’s en andere uitdagingen voor lokale gemeenschappen in het landelijk gebied. Verder wordt aangesloten bij het Europese LIFE IP Klimaatadaptatie, een Nederlands project met cofinanciering door de Europese Unie. Daarnaast is het RIVM aangesloten dat het nationaal hitteplan coördineert.
Over GoHot
Het consortium ‘Gezond Omgaan met Hitte en pOllen in een veranderend klimaaT’ (GoHot) richt zich op de effectieve kennisoverdracht van de gezondheidsrisico’s van hittestress, luchtkwaliteit en pollen in een veranderend klimaat. Dit consortium betrekt niet alleen onderzoeksorganisaties, maar ook beleidsmakers en maatschappelijke partijen waarmee impact kan worden bereikt.
GoHot is sterk multidisciplinair en voegt experts samen uit onder andere de epidemiologie, fysiologie, milieu-ecologie, aerobiologie, ruimtelijke modellering, bomenkennis, sociologie, psychologie, communicatiewetenschappen en ethiek.
Deelnemers aan het consortium zijn verbonden aan het Elkerliek Ziekenhuis, Gemeente Amsterdam, GGD, Leiden Universitair Medisch Centrum (LUMC), Radboud UMC, RIVM, Rode Kruis, Service Apotheek, University College Roosevelt, Universiteit Maastricht, Universiteit Twente, Wageningen University and Research (WUR), Klimaatverbond Nederland, Terra Nostra, TNO en Vrije Universiteit Amsterdam.
Het project start op 31 december 2024 en heeft een looptijd van 19 maanden.
Tekst: Arnold van Vliet, Wageningen University & Research; Letty de Weger, Leids Universitair Medisch Centrum; Hein Daanen, Vrije Universiteit Amsterdam; Zorah Ypma, ZonMw
Foto’s: Arnold van Vliet