Overlast uitheemse snuitkevers in Nederlandse tuinen neemt toe
De NatuurkalenderBericht uitgegeven door Biocontrole en De Natuurkalender op [publicatiedatum]
Verschillende uitheemse snuitkeversoorten en de inheemse gewone taxuskever veroorzaken veel overlast in tuinen en openbaar groen. Het probleem begon in de Randstad, maar verspreidt zich nu over de rest van het land. De insecten vreten de wortels en bladeren van verschillende plantensoorten aan. Volgens entomologe Silvia Hellingman komen de uitheemse soorten via het transport van Europees plantmateriaal ons land binnen.
De laatste jaren komen er steeds meer uitheemse snuitkeversoorten naar ons land. Entomologe Silvia Hellingman spreekt van ‘een ware golf’ van onder andere Otiorhynchus armadillo, Otiorhynchus salicicola, Otiorhynchus crataegi en Otiorhynchus aurifer. Naast deze uitheemse soorten constateert ze ook een toename van de gewone taxuskever of gegroefde lapsnuitkever (Otiorhynchus sulcatus), een inheemse snuitkeversoort.
Deze snuitkevers richten veel schade aan in tuinen en openbaar groen. Hellingman ontvangt dagelijks veel e-mails en telefoontjes van verontruste tuineigenaren die melden dat hun tuinen compleet worden opgevreten. Klimop, rhododendronsoorten en conifeerachtigen zijn voorbeelden van plantensoorten die worden aangetast. De kevers eten van hun bladeren; de larven van hun wortels. In het begin deed het probleem zich vooral voor in de Randstad; inmiddels komen de meldingen uit het hele land. Naast particulieren ondervinden ook steeds meer gemeentes flinke schade van de kevers. Opvallend is dat het probleem het grootst is in nieuwbouwwijken. De plaaginsecten komen ook in bestaande woonwijken voor, maar in mindere mate.
Silvia Hellingman verwacht dat de plaag steeds verder zal uitbreiden, ook binnen oudere wijken. Deze snuitkevers hebben, naast nematoden die de larven parasiteren, namelijk geen natuurlijke vijanden in Nederland. Daarnaast kunnen sommigen soorten, bijvoorbeeld O. armadillo en O. salicicola, best oud worden. Hellingman: “Ik heb ze hier bijna 4 jaar ‘in de kost’ gehad en ze gingen niet dood. Ik heb ze aan alle weersomstandigheden blootgesteld, maar dat had geen invloed op de mortaliteit.” De gewone taxuskever sterft altijd aan het eind van het seizoen; deze soort overleeft alleen in een kas of serre.
Volgens Hellingman is het probleem begonnen met het afschaffen van grenscontroles en controles van plantmateriaal afkomstig uit andere Europese landen. Tegenwoordig wordt alleen het plantmateriaal dat van buiten Europa Nederland binnenkomt, gecontroleerd. Veel uitheemse insecten die in Nederland nog geen natuurlijke vijanden hebben, komen echter binnen met plantmateriaal dat binnen Europa wordt getransporteerd. Hellingman pleit er voor de controles op de import van plantmateriaal uit andere Europese landen in ere te herstellen.
Tekst: Silvia Hellingman, Biocontrole; en Sara Mulder, De Natuurkalender
Foto's: Silvia Hellingman