Sleedoornpage in Ede
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting [land] op [publicatiedatum]
Sommige vlindersoorten zijn zo zeldzaam en verborgen levend dat ze maar weinig worden gezien. Een aantal van hen overwintert als eitje en die zijn normaal gesproken in de winter te vinden. In Ede zijn inmiddels al drie locaties ontdekt met eitjes van sleedoornpage.
Met name de sleedoornpage is in de winter beter te vinden dan in de zomer, wanneer de vlinders actief zijn. De vlinders bevinden zich vooral in de toppen van bomen en zijn daar moeilijk te ontdekken. De eitjes zijn van september tot in maart aanwezig in sleedoornstruiken en pruimenbomen. De sleedoornpage komt voor op de overgang van zandgronden naar rivieren en veengebieden. Zo is hij te vinden langs de rand van de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug en bij Steenwijk en Zuidwolde, aan de rand van het Drentse zand. In Ede is de soort van oudsher al aanwezig, maar de laatste jaren waren er maar weinig meldingen. Om nu op pad te gaan is prima tijd voor de eitjes, maar de sleedoornstruwelen zijn nu, zonder blad en bloei, veel moeilijker te vinden.
Dit was de reden dat medewerkers van De Vlinderstichting dit voorjaar, in de bloeitijd van de sleedoorn, al heel Ede zijn doorgereden en op een kaart de sleedoornstruwelen hebben aangetekend. Omdat deze struiken bloeien voor er blad in de bomen zit vallen ze sterk op. De zoektocht de afgelopen week is gedaan op die struwelen die in het voorjaar al als kansrijk werden beoordeeld. Dat kunnen we bepalen aan de hand van de vitaliteit van de struiken, de grootte en ligging ervan en of er ook jonge scheuten in het struweel te vinden zijn. Die beoordeling lijkt goed te zijn geweest, want nu we de kansrijke plekken onderzoeken op eitjes zijn deze al op drie plekken gevonden. De zoektocht kan nog doorgaan tot het jonge sleedoornblad verschijnt, dus zeker nog tot begin april.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting