Wordt 2011 topjaar keizersmantel?
De VlinderstichtingBericht uitgegeven door De Vlinderstichting op [publicatiedatum]
De keizersmantel is een vlinder die tot de verbeelding spreekt: groot, kleurrijk en ook in tuinen te zien. Dit jaar lijkt hij het, ondanks het wat mindere weer, goed te doen. Op basis van de meldingen tot nu toe verwachten we dat het aantal voor 2011 wel eens het record van 1992 zou kunnen gaan breken.
Na de aandacht voor de braamparelmoervlinder die voor het eerst in Nederland werd gezien kreeg De Vlinderstichting nogal wat mailtjes van mensen die aangaven de braamparelmoervlinder in hun tuin te hebben. Als er foto’s waren toegevoegd bleek het vaak te gaan om keizersmantels. De keizersmantel is een bosvlinder die in grote delen van Europa heel gewoon is. Dat is best bijzonder, want de start van een keizersmantelleven is niet eenvoudig. De eitjes worden namelijk niet op de waardplant afgezet, maar op ongeveer één meter hoogte op een boom (graag tussen de ribbels van een eikenstam). Na overwintering moet het piepkleine rupsje naar beneden kruipen en op zoek naar viooltjes om te eten. En dat op nuchtere maag. Toch gaat het vaak goed, want op veel plekken in Midden-Europa is de keizersmantel in de zomermaanden de talrijkste parelmoervlinder. Tien of twintig bij elkaar is geen bijzonderheid. En ook honderd of meer in een mooie bosrand kan zo maar.
In Nederland verdween de keizersmantel als voortplantende soort al enkele decennia geleden. Maar met zekere regelmaat zwerven exemplaren uit België of Duitsland tot bij ons. Het zijn namelijk sterke vliegers. Vooral rond het begin van deze eeuw waren er maar weinig zwervers. Dieptepunt was 2001, waarin maar één keizersmantel gemeld werd. Maar de laatste jaren gaat het weer steeds beter. En er komen af en toe meldingen in opeenvolgende jaren van dezelfde plek, die voortplanting niet uitsluiten, zoals in de duinen en op de Noord-Veluwe. Vorig jaar werd in Zwolle voor het eerst weer een rups gevonden. Dit jaar is ook weer op de goede weg. Want het keizersmantel seizoen is nog niet voorbij en er zijn al tientallen gemeld. Er zijn plekken waar er twee of zelfs drie bij elkaar gezien zijn. We verwachten dan ook dat het aantal voor 2011 wel eens het record van 1992 zou kunnen gaan breken. Eigenlijk kun je ze overal tegenkomen. En ze houden van nectar, dus houdt uw vlinderstruik of die bosrand met veel braam goed in de gaten. En geef uw waarnemingen door op telmee.nl of waarneming.nl.
Tekst: Chris van Swaay & Kars Veling, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling