Kluifzwameter

Vondst van nieuwe soort voor Nederland blijkt achterhaald

Nederlandse Mycologische Vereniging
3-AUG-2011 - De kortstondige euforie over het vinden van de Kluifzwameter als nieuwe soort voor Nederland wordt achterhaald door een eerdere, tot nu toe nog onbekende vondst.

Bericht uitgegeven door de Nederlandse Mycologische Vereniging op [publicatiedatum]

De kortstondige euforie over het vinden van de Kluifzwameter als nieuwe soort voor Nederland wordt achterhaald door een eerdere, tot nu toe nog onbekende vondst.

Iedereen die wel eens op de website van de Verspreidingsatlas van paddenstoelen kijkt (verspreidingsatlas.nl), zal het opgevallen zijn dat verschillende kaartjes van diverse soorten leeg zijn, terwijl de soort wel een Nederlandse naam heeft. Bij het maken van de soortenlijst van Nederland is indertijd ook een aantal soorten meegenomen waarvan onduidelijk was of ze nu wel of niet in Nederland gevonden waren. Weliswaar waren ze niet terug te vinden in het grote paddenstoelenbestand dat ruim twee miljoen gegevens bevat, maar het was mogelijk dat ze gedroogd of in vloeistof waren opgenomen in de enorme collectie van het Nationaal Herbarium, tegenwoordig NCB Naturalis, of in een andere grote collectie.

Kluifzwameter op Kluifzwam (foto: Menno Boomsluiter)

Toen ik het afgelopen weekend een nieuw Natuurbericht aan het voorbereiden was over een mogelijk nieuwe soort voor Nederland, bekroop mij een onheilspellend gevoel bij het zien van een al aanwezige Nederlandse naam. Een snel rondje langs de mensen die hier meer van zouden kunnen weten leverde niets op. Maar maandagochtend vond de eindredacteur van Coolia, het blad van de Nederlandse Mycologische Vereniging, een nieuw artikel in zijn mailbox over de Kluifzwameter (Hypomyces cervinigenus), gevonden in Noord-Holland in de herfst van 2010. Een eerdere, nog niet op het verspreidingskaartje geregistreerde vondst, die de hierna volgende vondst te snel af was.

In de tweede helft van juli van dit jaar werd in het Voorsterbos een Kluifzwam gevonden die bedekt was met een witte schimmel. Een verblijf van een week in de koelkast (afgesloten in een plastic bakje) deed de schimmel goed en na het bekijken van enige microscopische preparaten bleek het de Kluifzwameter (Hypomyces cervinigenus) te zijn waarvan het kaartje op de Verspreidingsatlas nog leeg was. De kortstondige euforie over het vinden van een nieuwe soort voor Nederland mag dan achterhaald zijn. Waarom is deze soort dan niet eerder gevonden?

De meeste mycologen gaan aan beschimmelde paddenstoelen voorbij. Toch kunnen, zoals nu blijkt, deze schimmels leuke vondsten opleveren. Veel zakjeszwammen (ascomyceten) en ook een enkele plaatjeszwam kunnen zich op twee verschillende manieren voortplanten. Het sexuele stadium waarbij sporen gevormd worden in een vruchtlichaam (de paddenstoel) en een asexueel stadium waarbij zogenaamde conidiën worden gevormd. Dit vaak zonder dat een vruchtlichaam hiervoor nodig is. Conidium Kluifzwameter (foto: Menno Boomsluiter)Conidiën zijn speciale cellen die de ouderzwam vormt en die geheel zelfstandig een nieuwe zwamvlok kunnen vormen. Ze hebben net als plantenstekjes exact dezelfde eigenschappen als de ouder. Conidiën worden vaak in zeer grote hoeveelheden gevormd en de bruine laag die zichtbaar is op de Kluifzwam zijn afgerijpte conidiën. Het is een succesvolle methode om je te vermenigvuldigen. Bij sommige paddenstoelen wordt het sexuele stadium, dat er geheel anders uit ziet, maar heel zelden gevonden. Ook van de Kluifzwameter, een soort die over het gehele noordelijk halfrond voorkomt, wordt de sexuele vorm zeer zelden gevonden.

Het door nieuwe vondsten nog steeds groeiende geslacht Hypomyces kent op het ogenblik zo’n vijftig soorten. Deze komen buiten Antartica op elk continent voor. Elke soort houdt zich bij zijn eigen groep paddenstoelen. Dus niet getreurd. Misschien is het volgende schimmeltje, groeiend op een paddenstoel, wel een nieuwe soort voor Nederland.

Tekst en foto's: Menno Boomsluiter, Nederlandse Mycologische Vereniging