
Woelmuizen, een onmisbare schakel in de natuur
ZoogdierverenigingEen belangrijke manier om iets over het voorkomen van muizen te zeggen is het uitpluizen van kerkuilbraakballen.
Wat is ook alweer een braakbal?
Braakballen, vaak ook wel uilenballen genoemd, zijn uitgebraakte ballen van onverteerbare voedselresten, zoals botjes, haren en veren, die een dier na het verteren van zijn prooi uitspuwt. Omdat de muis vaak in zijn geheel verorberd wordt door de uil kunnen de volledige schedelresten in een braakbal worden aangetroffen. Aan de hand van deze resten kan worden vastgesteld welke muizensoort het was. Deze informatie, in combinatie met de gegevens over de verzamellocatie van de braakballen, geeft een beeld van de verspreiding van muizen.
De rol van de kerkuil
Er zijn meer (roof)vogels die braakballen produceren, dus waarom valt in dit geval de keuze op de kerkuil? Deze uilen blijken minder kieskeurig in de muizensoorten die ze eten en hierdoor kunnen alle soorten in een braakbal worden aangetroffen. Bovendien is de kerkuil een soort die verspreid over heel Nederland voorkomt en waarvan de nestkasten vaak goed te bereiken zijn. Vrijwilligers van kerkuilwerkgroepen mogen deze kasten controleren en verzamelen zo de braakballen voor de Zoogdiervereniging.
Decennia aan data uit de Hoeksche Waard
Een van de meest actieve leveranciers van pluisdata is Vereniging Hoekschewaards Landschap (HWL). Al ruim 32 jaar leveren zij waardevolle gegevens. Ooit begon dit met enkele honderden prooidieren, tegenwoordig zijn dat er ongeveer drieduizend per jaar! Deze kleine, maar enthousiaste groep vrijwilligers vindt het elk jaar weer een feest om honderden braakballen uit elkaar te halen en de schedels op naam te brengen.
Uit de pluisgegevens van seizoen 2024 blijkt dat het een slecht jaar was voor de woelmuizen. Nog nooit werden er in de regio zo weinig jongen grootgebracht van de kerkuil en de torenvalk en ook de velduil gaat achteruit. Allemaal soorten waarvan woelmuizen een groot deel van het menu uitmaken.
Het afgelopen seizoen determineerden vrijwilligers van het HWL 3.301 prooidieren uit de Hoeksche Waard, met verhoudingsgewijs bijzonder weinig woelmuizen. Gemiddeld is het percentage woelmuizen 59 procent. In 2024 was dit afgenomen tot 45 procent. Opvallend is de toename van het aantal spitsmuizen als prooi.
De veldmuis is nog steeds de meest gegeten prooi, maar minder duidelijk dan andere jaren. Van alle kerkuilpartijen die jaarlijks worden geplozen waren er normaal een à twee met als hoofdprooi huisspitsmuis en de rest veldmuis. Dit jaar waren er van de 23 kerkuilpartijen elf met als hoofdprooi veldmuis, maar ook elf met als hoofdprooi huisspitsmuis. Bij een zeer slecht woelmuizenjaar is de huisspitsmuis in de Hoeksche Waard van levensbelang voor het overleven van de kerkuilen.
Lijkt het je leuk om eens mee te pluizen? Kijk op de website van het HWL of de Zoogdiervereniging voor activiteiten in het Jaar van de woelmuis.
Meer informatie
- Lees meer over de natuur in de Hoeksche Waard in hun nieuwsbrief de Waardzegger.
- Kijk voor meer informatie over het Jaar van de woelmuis op de website van de Zoogdiervereniging.
- Kom naar de Zoogdierdag op 29 maart in Burgers' Zoo en ontmoet de experts op het gebied van (woel)muizen.
Tekst: Merijn van den Hoogenhoff en Eveline van der Jagt, Zoogdiervereniging
Beeld: Richard Witte; Nick Hurst; Merijn van den Hoogenhoff