
Hoe kunnen we de grootste populatie van de tweekleurige vleermuis beschermen?
Ecosensys, Provincie GroningenHet onderzoek vond plaats van 2019 tot en met 2024. Het aantal getelde volwassen vrouwtjes wisselde sterk per jaar, variërend van dertig tot tachtig. Dit kan komen doordat niet alle verblijfplaatsen zijn ontdekt, of omdat de vleermuizen ook aan de Duitse zijde van de Eems verblijven. Waarschijnlijk vormt de populatie aan beide zijden van het Eems-Dollard-estuarium één kraamgroep.
In Noordoost-Groningen bevinden de verblijfplaatsen zich vooral aan de randen van grotere dorpen zoals Spijk, Bierum en Holwierde. Opvallend is dat de tweekleurige vleermuizen in Noordoost-Groningen uitsluitend verblijven in gebouwen uit de periode 1960-1990, met één of twee bouwlagen, een puntdak en – heel specifiek – betonnen sneldekkers als dakpannen. Ze gaan dan tussen die pannen en het dakbeschot zitten. Vanwege deze specifieke voorkeuren heeft de provincie alle panden die aan de voorwaarden voldoen in kaart laten brengen. Die kennis helpt enorm bij het beschermen van deze soort.
Kustvleermuis
Om het terreingebruik te onderzoeken, zijn enkele vleermuizen van een zender voorzien. Hieruit blijkt dat de tweekleurige vleermuis in Groningen vooral in de kustzone foerageert. Ze jagen dan op plekken waar veel dansmuggen vliegen, zoals boven de zeedijk, binnendijkse maren en bij houtopstand nabij de kust. Ook boven de Eems zelf foerageren ze, waar ze bij eb boven de drooggevallen wadplaten vliegen. De voorkeur voor de kust is opvallend, omdat in andere landen, zoals Denemarken en Zwitserland, de soort akkergebieden en de oeverzones van meren als foerageergebied gebruikt. Dergelijke habitats zijn in Groningen ook voldoende beschikbaar, maar toch heeft de Groningse populatie meer voorkeur voor de kustzone.
Zooggat
Met Batcorders zijn de ultrasone geluiden van langsvliegende vleermuizen tot op zo'n vijftig meter afstand van de recorder jaarrond geregistreerd. Dit leverde interessante resultaten op. In de loop van mei keren de vrouwtjes terug uit de overwinteringsgebieden en zie je de aantallen toenemen. In juni bereikt de kraamgroep haar volledige grootte en worden de jongen geboren.
In de periode eind juni–half juli wordt er tussen middernacht en half vier ’s ochtends veel minder activiteit gemeten. De vrouwtjes staken dan namelijk het foerageren en vliegen terug naar de verblijfplaats om hun jongen te voeden. Zo ontstaat er een ‘zooggat’ in de opnames, waar je mooi aan kunt aflezen wanneer de zoogperiode valt. Terwijl de meeste vleermuizen maar één of twee jongen per jaar krijgen, zijn dit er bij de tweekleurige vleermuis meestal twee of drie, soms zelfs vier. De tweekleurige vleermuis is dan ook de enige Nederlandse soort waarvan het vrouwtje vier tepels heeft in plaats van de gebruikelijke twee tepels bij de andere soorten.
Spoorloos in de nazomer
Ondanks intensief onderzoek is het niet gelukt om na de kraamperiode verblijfplaatsen van de tweekleurige vleermuis in Noordoost-Groningen te vinden. In de periode medio juli tot september worden juist wel veel tweekleurige vleermuizen met de Batcorders gedetecteerd. Waar ze dan verblijven en hoe – solitair, in één groep of in meerdere kolonies – is nog een raadsel. Dit is een belangrijke kennisleemte die in het kader van bescherming van de soort nader onderzoek vereist.
Risico’s in beeld
Uit het onderzoek blijken de volgende risico’s voor de populatie van de tweekleurige vleermuis in Groningen:
Windturbines
Uit de gegevens van de gezenderde vleermuizen blijkt dat de tweekleurige vleermuis ook foerageert in de windparken van de Eemshaven. Hoewel ze meestal op een hoogte van drie tot tien meter en slechts soms op veertig meter of hoger vliegen, worden er toch incidenteel dode slachtoffers gevonden bij windturbines. Dit kan worden voorkomen door de windparken niet verder uit te breiden richting de verblijfplaatsen en bestaande turbines te voorzien van een stilstandvoorziening. Daarbij worden windturbines tijdelijk stilgezet in nachten waar de wind- en temperatuuromstandigheden zo zijn dat er veel vleermuisactiviteit is.
Verlies van foerageergebied
Bij de Eemshaven worden nog steeds nieuwe industriegebieden, windparken en zonneparken aangelegd. Door niet verder richting de verblijfplaatsen uit te breiden kan verder verlies van foerageergebied worden voorkomen.
Aantasten of verdwijnen van verblijfplaatsen
Isolatie van woningen, dakrenovatie, plaatsen van zonnepanelen, sloop en het versterken van gebouwen (het gebied ligt in aardbevingsgebied) zijn veel voorkomende activiteiten die verblijfplaatsen van de tweekleurige vleermuis kunnen schaden. Bij dergelijke werkzaamheden moet rekening worden gehouden met deze (potentiële) verblijfplaatsen. De provincie heeft daarom als hulpmiddel een trefkanskaart van Holwierde en omgeving ontwikkeld. Daarop staat aangegeven bij welke gebouwen de kans op verstoring van verblijfplaatsen tijdens werkzaamheden aan woningen hoog dan wel laag is. Ook is een isolatie-app om bedrijven te helpen bij natuurvriendelijke isolatie ontwikkeld.
Predatie door huiskatten
Omdat vleermuizen zich vaak onder makkelijk toegankelijke daken vestigen, vormen huiskatten een groot risico. Dit kan eenvoudig worden voorkomen door katten tijdens de kraamperiode binnen te houden of daken ontoegankelijk te maken.
Het onderzoek
Het onderzoek is in opdracht van de provincie Groningen in de jaren 2019 tot en met 2024 uitgevoerd door bureau Ecosensys. Het onderzoek was gericht op onder andere de omvang van de populatie, het terreingebruik van de soort en de ligging en kenmerken van verblijfplaatsen. Daarnaast was het onderzoek gericht op het identificeren van risicofactoren die een negatieve invloed kunnen hebben op de populatie, om aan de hand daarvan tot een betere bescherming van de soort te kunnen komen.
Voor het onderzoek heeft uitgebreid veldwerk plaatsgevonden, met verschillende onderzoekstechnieken, zoals ultrasone recorders, warmtebeeldcamera’s en telemetrie. De kraamverblijfplaatsen konden worden opgespoord, omdat de vrouwtjes tussen twee en vier uur ‘s nachts zwermgedrag vertonen, waarbij ze luidruchtig rond de verblijfplaats vliegen. Na het ontdekken van een verblijfplaats werd de avond erop het aantal uitvliegende dieren geteld.
Toekomstige bescherming
Het onderzoek van 2019 tot 2024 biedt goede aanknopingspunten voor betere bescherming van de kwetsbare populatie van tweekleurige vleermuizen. Door rekening te houden met de risicofactoren kunnen negatieve effecten worden beperkt. Daarnaast kunnen nieuwe foerageergebieden worden ingericht, zoals bij het project ‘Dubbele Dijk’ bij Bierum, waar zilte teelt en natuurontwikkeling hand in hand gaan.
De provincie Groningen wil in de komende jaren verder inzetten op een goede bescherming van de tweekleurige vleermuis.
Meer informatie
- Rapport De tweekleurige vleermuis in NO-Groningen: risico-analyse verblijfplaatsen en foerageergebieden (pdf: 12,5 MB).
Tweekleurige vleermuis van de Dollard (Bron: Vroege Vogels)
Tekst: Bob Jonge Poerink, Ecosensys
Beeld: Daniel Tuitert, KINA; Bob Jonge Poerink, Ecosensys; Martijn van der Ende, Ecosensys; Jochem Duijts, Vleermuiswerkgroep Groningen; Vroege Vogels