Van gebied naar Levend Landschap: samen het landelijk gebied toekomstbestendig maken
Wageningen Environmental Research, Wageningen Plant Research, Wageningen Social & Economic Research, Wageningen University & ResearchGebiedsprocessen zijn een manier om urgente opgaven in het landelijk gebied integraal aan te pakken. Denk bijvoorbeeld aan Aldeboarn-De Deelen (Friesland), waar een integrale aanpak ontwikkeld is voor veenweideproblematiek. Hierin staan bodemdaling, CO2-reductie, biodiversiteit, recreatie, energietransitie en stikstofdoelen centraal, ondersteund door aanvullend beleid en compensatie voor boeren. Een gebiedsproces helpt om gezamenlijk doelen en toekomstperspectieven te schetsen, wat nodig is om plannen te maken die bij het aanwezige landschap passen en een breed draagvlak hebben. Dat is vooral belangrijk wanneer er veel belangen, visies en functies samenkomen, zoals in het landelijk gebied.
Van gebied naar Levend Landschap
Wetenschappers van Wageningen Research & University hebben Levend Landschap ontwikkeld als handvat bij het begeleiden van gebiedsprocessen. Omdat de methode generiek is van opzet, is hij voor ieder landschapstype te gebruiken. Wat de uitdagingen in een gebied ook zijn, de methode helpt betrokken partijen – overheden, bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties – samen te werken om de inrichting, ontwikkeling en het beheer van hun gebied te plannen en uit te voeren.
Judith Westerink, senior onderzoeker landscape governance bij Wageningen Environmental Research: “We gebruiken de term ‘Levend Landschap’ om het landschap als geheel aan te duiden, met alle elementen die erin leven – mens én natuur. Dit sociaalecologische netwerk is dan ook de basis van het Levend Landschap. Dus de ecologische verbindingen, de relaties tussen de mensen die het landschap beheren en gebruiken, en de verbindingen tussen mensen en het fysieke landschap. Die laatste ontstaan doordat mensen het landschap op verschillende manieren gebruiken, ze kennen er hun eigen waarden aan toe, en vormen het op basis van hun behoeften en die van de natuur.”
In het Levend Landschap vormen vier pijlers samen een geheel van interacties: het agrarisch-ecologisch netwerk, landschapsdiensten en -waarden, het sociale netwerk, en collectieve actie. Daarnaast zijn er externe factoren die invloed hebben op het landschap, maar die niet op korte termijn te veranderen zijn, zoals wet- en regelgeving en technologische ontwikkelingen. Door al deze onderdelen aandacht te geven, kan een integrale en toekomstbestendige visie gevormd worden voor een gebied.
Jurre Dekker, onderzoeker agro-ecologie bij Wageningen Environmental Research: “Biodiversiteit is de kern van het Levend Landschap. Een robuust landschap heeft een agrarisch-ecologisch netwerk waar natuur en landschapselementen ruimte krijgen, en zo vele aanwezige soorten kunnen ondersteunen. Dit is niet alleen voor de natuur zelf: versterking van biodiversiteit ondersteunt de landschapsdiensten waar het sociale netwerk profijt van heeft.”
Reflecteren met concrete vragen
“We hebben voor elk onderdeel van Levend Landschap reflectievragen opgesteld om samen te bespreken”, vertelt Dekker. “Bijvoorbeeld: Welke soorten zijn kenmerkend voor biodiversiteit in het gebied? En: Welke economische ontwikkelingen hebben invloed op ons gebied? De vragen staan vast, maar de antwoorden verschillen per gebied. Het samen bespreken van dit soort vragen geeft veel inzichten. Bijvoorbeeld in welke verbindingen van elementen er in het landschap nodig zijn voor meer biodiversiteit, of om te bepalen welke spelregels er moeten komen bij besluitvorming op gebiedsniveau.”
De methode is getest in drie lopende gebiedsprocessen en is besproken met ervaren gebiedsregisseurs. Zij vonden het nuttig om terug te kijken op hun proces, en inspirerend om samen te bepalen wat er mogelijk of nodig is in het landschap. De reflectie hielp hen blinde vlekken te laten zien, waarbij ze samen acties bedachten om daarmee aan de slag te gaan.
Zelf aan de slag
De reflectievragen brengen belangrijke factoren onder de aandacht die nodig zijn bij het ontwikkelen van een toekomstbestendig landschap. Het gaat niet om goede of foute antwoorden, maar om te bespreken hoe te werken aan de verschillende onderdelen van het landschap. Laat je bij dit proces bij voorkeur begeleiden door een gespreksleider. Die kan daar de ontwikkelde materialen bij gebruiken.
Levend Landschap is bedoeld voor onder andere beleidsmakers, landschapsontwikkelaars en wetenschappers. De methode helpt om grip te krijgen op de integrale opgaven die in een gebied spelen. Er zijn verschillende producten beschikbaar die uitleggen hoe je ermee aan de slag kunt. Je vindt ze op de website van Levend Landschap, net als alle informatie en handleidingen voor gespreksleiders, tips uit onze praktijkervaring, een presentatie en een brochure. Ben je geïnteresseerd in de wetenschappelijke achtergrond en de ontwikkeling van het raamwerk achter de methode? Lees dan ook het rapport. |
Met de methode is maatwerk mogelijk: de opzet en de gekozen vragen kunnen per landschap en gebiedsproces verschillen. Het doel is om gezamenlijk concrete stappen vast te stellen ter verbetering van het landschap. Waar die verbetering om draait, bepaal je samen aan de hand van de verschillende belangen en doelen in het gebied.
Levend Landschap is het resultaat van het tweejarige onderzoeksproject Agroecological Landscapes (KB-36-006-001), gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Tekst: Jurre Dekker; Heleen van Kernebeek; Judith Westerink
Beeld: Bendiks Westerink (leadfoto, beekdallandschap in de Voerstreek); Wageningen University & Research; Toni Klemm/ZALF