Effectiever onderzoek nodig voor bescherming van kraamverblijven laatvlieger

Stichting SEVON, Vleermuiswerkgroep Nederland (VLEN), Zoogdiervereniging
17-JAN-2025 - De laatvlieger is een kwetsbare vleermuissoort die door verlies van verblijfplaatsen in gebouwen een groot risico loopt hard achteruit te gaan. Zonder betere bescherming van de verblijfplaatsen dreigt deze bijzondere soort uit Nederland te verdwijnen. Hoe kunnen we dit voorkomen?

De laatvlieger: een kwetsbare bewoner van onze gebouwen

De laatvlieger (Eptesicus serotinus) is een vleermuissoort die voor verblijfplaatsen toevlucht zoekt in spouwmuren en daken van gebouwen. Laatvliegers vormen kraamkolonies die bestaan uit enkele tientallen vrouwtjes die hun jongen gezamenlijk grootbrengen. Er zijn nog geen voorbeelden van het succesvol beschermen of vervangen van kraamverblijfplaatsen van laatvliegers. Het probleem is dat verblijfplaatsen met batdetectoronderzoek vaak niet of moeilijk worden gevonden. Verblijfplaatsen zijn cruciaal voor hun voortbestaan, maar juist deze plekken verdwijnen in rap tempo door na-isolatie, renovatie of sloop van gebouwen. Terwijl het verduurzamen van woningen belangrijk is voor het milieu, heeft het onbedoeld een negatieve impact op vleermuizen, zoals de laatvlieger. De laatvlieger is beschermd sinds 1998 en staat al sinds 2009 als kwetsbaar op de Rode Lijst. Hoewel er wettelijke bescherming is via de Omgevingswet, blijken deze maatregelen in de praktijk vaak ontoereikend.

Laatvlieger in vlucht

De uitdagingen in onderzoek en bescherming

De huidige methodes om het netwerk van verblijfplaatsen van de laatvlieger te vinden, zoals batdetectoronderzoek, kennen aanzienlijke beperkingen. Deze methodes zijn sterk afhankelijk van het moment waarop de vleermuizen worden waargenomen en geven daardoor onvoldoende inzicht in de populatie en hun verblijfplaatsen. In tegenstelling tot een soort als de gewone dwergvleermuis, vertonen laatvliegers weinig opvallend gedrag waaruit is af te leiden dat er een verblijfplaats aanwezig is. Dit probleem komt vooral naar boven in grote of complexe gebieden, waar verblijfplaatsen daardoor zelfs onopgemerkt kunnen blijven. Hierdoor kunnen belangrijke kraamverblijven en populaties buiten zicht blijven, waardoor ze ook niet beschermd kunnen worden.

Uit monitoring blijkt dat de tot nu toe aangeboden compensatiemaatregelen voor deze soort, zoals het aanbieden van alternatieve verblijven, niet of onvoldoende functioneren. Daarbij speelt mogelijk mee dat er te weinig wordt getracht de oorspronkelijk verblijfplaatsen in eigenschappen en locatie te behouden. Het verlies van geschikte verblijfplaatsen wordt daardoor niet gecompenseerd, terwijl de meest geschikte verblijfplaatsen wel aangetast worden. Zeker nu op grote schaal Soortenmanagementplannen (SMP’s) worden opgesteld, is dat een enorm risico voor de staat van instandhouding van de laatvlieger, die al als matig ongunstig beschouwd wordt.

Laatvlieger uitgerust met een VHF-zender

Vinden van verblijven met behulp van telemetrie

In de net uitgekomen VLEN-Nieuwsbrief 88 verscheen een review van methodes die gebruikt worden bij het vinden van (kraam)verblijfplaatsen van laatvliegers. Hieruit blijkt dat voor het vinden van verblijfplaatsen telemetrie een efficiënte methode is. Met deze methode worden vleermuizen gevangen en uitgerust met kleine zenders die minder dan vijf procent van hun lichaamsgewicht bedragen. Deze zender wordt met een kleine druppel huidlijm op de rug geplakt en laat na een korte periode weer los. Deze methodiek maakt het mogelijk om de verblijfplaatsen, vliegroutes en foerageergebieden van individuele vleermuizen nauwkeurig te traceren. Telemetrie heeft vergeleken met batdetectoronderzoek in dezelfde gebieden in veel gevallen geleid tot het vinden van een veelvoud aan verblijfplaatsen.

Hoewel telemetrie effectief is, wordt deze methode nog niet standaard toegepast. Redenen als de invasiviteit bij het vangen en zenderen, hogere kosten, en de noodzaak van gespecialiseerde kennis en apparatuur worden aangehaald om deze methode niet toe te passen. Desalniettemin is de inzet van telemetrie een investering die zich al snel terugbetaalt. Dit komt doordat de verblijfplaatsen effectiever gevonden worden. Daarnaast leidt het tot betere bescherming van de kraamverblijven van laatvliegers waardoor de achteruitgang van de soort kan worden beperkt. Wanneer er wel laatvliegers gezien en gehoord worden bij onderzoek in een gebied en zelfs met extra inzet van personeel verblijven lastig of niet gevonden worden, zou het onderzoek nog niet afgerond mogen worden. Sommige onderzoeksbureaus zijn daarom overgeschakeld naar telemetrie, met als resultaat dat een groot deel van de verblijven wel gevonden werd.

De laatvlieger

Wat moet er gebeuren?

Om de laatvlieger en zijn kraamverblijven effectief te beschermen, zijn de volgende stappen essentieel:

  1. Verplichte telemetrie bij onderzoek in grote gebieden (SMP’s): Bij onderzoek in grote gebieden, zoals bij SMP’s, moet telemetrie verplicht worden gesteld. Dit zorgt voor een vollediger beeld van de aanwezige populaties en hun verblijfplaatsen.
  2. Betere monitoring en handhaving: Compensatiemaatregelen moeten beter worden gecontroleerd en geëvalueerd. Alleen bewezen effectieve maatregelen mogen worden ingezet. Daarnaast moet handhaving van de wetgeving verbeteren, zodat illegale verstoringen en vernielingen van verblijfplaatsen voorkomen worden en juridische stappen bij overtredingen beter kunnen worden gezet.
  3. Meer middelen voor gedegen onderzoek: Veel gemeenten willen wel een SMP, maar het goed uitvoeren van onderzoek is kostbaar. Daarom moeten er meer financiële middelen beschikbaar komen voor gemeenten om goed onderzoek te kunnen laten uitvoeren. Hetzelfde geldt voor training om het aantal onderzoekers dat telemetrie kan uitvoeren te vergroten.

Een toekomst voor de laatvlieger

De laatvlieger staat al jaren als kwetsbaar op de Rode Lijst. Als we erin slagen deze soort te beschermen, profiteren ook andere gebouwbewonende vleermuizen en verbeteren we de biodiversiteit in bredere zin. Maar de tijd dringt. Zonder aanvullende inspanningen zullen lokale populaties uitsterven, zal de landelijke populatie verder blijven afnemen en dreigen we deze bijzondere vleermuissoort te verliezen. En dit kan al zeer snel gebeuren.

Door te investeren in betere onderzoeksstrategieën, zoals telemetrie, en door wetgeving strenger te handhaven, kunnen we de laatvlieger een toekomst geven. Het is nu aan eenieder om in actie te komen en ervoor te zorgen dat deze vleermuizen hun plek in onze leefomgeving behouden.

Meer informatie

Tekst: Johann Prescher; René Janssen; Douwe van der Ploeg; Erik Korsten; Erik Broer
Foto's: Johann Prescher