Hoogveenven en vochtige heide winnen aan veerkracht in Drents landgoed
BosgroepenHet zuidelijk deel van het Westersche Veld bij Rolde is een landgoed dat deels particulier eigendom is en deels in eigendom van Stichting Het Drentse Landschap. Het is onderdeel van het Natura 2000-gebied 'Drentsche Aa-gebied'. Nederland kent 162 van deze Natura 2000-gebieden, die zijn aangewezen onder de Habitatrichtlijn. Dit soort Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle gebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben. Het Westersche Veld is van belang om het hoogveenven en de heide. Het gebied zorgt ook voor de grondwatervoeding van de Ruimsloot, een zijdal in het Drentsche Aa-systeem.
Subsidieregeling helpt om kwaliteit te verbeteren
Als eigenaar van bos en natuur in een Natura 2000-gebied, heb je te maken met veel richtlijnen en criteria. Je moet zorgen dat het gebied duurzaam in stand wordt gehouden en dat de kwaliteit (en daarmee de aanwezigheid van bijzondere habitats en soorten) op peil blijft. Daar zit vaak wel een prijskaartje aan.
Veel bos- en natuurterreineigenaren zijn deels afhankelijk van subsidies om hun terrein gezond en toekomstbestendig te houden. Er zijn daarom verschillende subsidieregelingen. Dit project is door Provincie Drenthe gefinancierd vanuit een Kwaliteitsimpuls natuur en landschap (subsidie SKNL), die door Bosgroep Noord-Oost Nederland is aangevraagd voor de eigenaren. De Bosgroep heeft ook het herstelplan voor het Westersche Veld opgesteld en de uitvoering ecologisch begeleid.
Opslag verwijderd om verbossing en vergrassing terug te dringen
Het Westersche Veld heeft hoogveenven- en vochtigeheide-gebieden. Dominique Bokeloh, ecoloog bij de Bosgroep: “Hoogveenvennen en vochtige heide zijn bijzondere habitats, met eigen planten- en diersoorten. Ze kunnen wel snel dichtgroeien met ongewenste vegetatie zoals pijpenstrootje – een grassoort – en jonge boompjes. Dit komt onder andere door stikstofdepositie en verdroging. Daarom is er in 2022 en 2023 opslag verwijderd en geplagd op het landgoed, om de sterke verbossing en vergrassing terug te dringen. Op verschillende plekken is de toplaag met pijpenstrootje voorzichtig verwijderd. De voedselrijke, stikstofrijke toplaag gaat weg en de minerale bodem komt daarmee tevoorschijn. Daarmee hou je de vergrassing tegen en maak je ruimte voor de oorspronkelijke vegetatie. De elzenboompjes op het hoogveenven zijn grotendeels handmatig verwijderd. Nu kun je weer over het ven heen kijken, de verte in. Het is weer mooi open.”
'Ondergrondse damwand' voorkomt lekken van water
Om het waterpeil hoog genoeg te houden, essentieel voor herstel van hoogveen en vochtige heide, zijn diverse hydrologische maatregelen genomen. Dominique Bokeloh: “Voor herstel en ontwikkeling van hoogveen is een hele stabiele waterstand nodig.
Om weglekken van water uit het hoogveenven te voorkomen, is op de grens van het natuurgebied een 'ondergrondse damwand' aangelegd. Er is een sleuf gegraven tot aan de keileem-ondergrond, die is gevuld met leem. Daarnaast zijn de aanwezige duikers in het gebied hersteld en regelbaar gemaakt, en zijn sloten ondieper gemaakt om water langer vast te kunnen houden in het Westersche Veld.
Het resultaat van al deze maatregelen samen zorgt voor herstel van het hoogveenven, de vochtige heide en de overgangszones. Zo wordt de biotoop van onder andere de klokjesgentiaan, adder en de wisnuitlibellen versterkt.”
"We hoorden kraanvogels en zagen een blauwe kiekendief overvliegen!"
In november 2024 maakten medewerkers van Bosgroep Noord-Oost Nederland een wandeling over het terrein. Dit leverde een positief beeld en mooie plaatjes op.
“Mooi om te zien hoe de natuur zich in korte tijd al zo heeft ontwikkeld”, aldus Dominique. ”We hebben natuurlijk een nat jaar gehad, in 2024, ook daardoor staat alles er goed bij. Het water wordt nu overal goed vastgehouden. We zien heidesoorten terugkomen op de geschraapte delen en er stond al meteen weer zonnedauw. Er vloog een blauwe kiekendief over en we hoorden kraanvogels in de buurt! Tijdens de aanleg van de damwand zijn speciale adderhotels in de bosranden gemaakt, zodat de adders uit het gebied daar droog kunnen overwinteren. We hadden van tevoren ingeschat dat dat nodig zou zijn na de maatregelen, en ze bleken niet overbodig. De vernatting heeft gewerkt!"
Noordelijk deel nog aanpakken
Ook de terreineigenaren zijn blij. Bertil Zoer, ecoloog bij Het Drentse Landschap: "Een robuust terrein en een veerkrachtige biotoop zorgt ervoor dat we de bijzondere soorten die hier voor komen, kunnen behouden. Mogelijk trekt het ook nieuwe soorten aan, zoals de eerder genoemde kraanvogels. De witsnuitlibellen en klokjesgentianen kunnen zich nu uitbreiden over het gebied. Voor wat betreft het doorzetten van het herstel van de veentjes zijn de waarnemingen van afgelopen zomer, van zowel venglazenmaker als noordse glazenmaker patrouillerend boven een veentje, bijzonder hoopvol."
Michael Duintjer, de particuliere eigenaar van het Westersche Veld, kijkt alvast noordwaarts: "We hebben nog honderd hectare terrein in het noordelijke gedeelte, met daarin twee belangrijke vennen, dat nog niet is aangepakt. Ook daarvoor zijn we op zoek naar financiering. Als dat tweede project straks is gerealiseerd, hebben we echt een grote slag kunnen slaan voor het Drentsche Aa-gebied."
Tekst: Bosgroepen
Foto's: Dominique Bokeloh (leadfoto: hoogveenven met op de achtergrond een adderhotel); Rutger Diertens