Atalanta bedenkt zich
De VlinderstichtingDe laatste jaren, waarschijnlijk onder invloed van klimaatverandering, zien we steeds vaker dat atalanta’s niet wegtrekken, maar hier blijven. Ook de afgelopen winter was dat het geval. Nu, half februari, zijn er al ruim honderd meldingen van atalanta’s doorgegeven aan Waarneming.nl en Telmee. Op zonnige dagen als de temperatuur niet te laag is zijn ze actief en vliegen ze rond. Ook de komende weken zullen er nog heel wat worden gezien, maar we weten niet hoeveel er zijn gebleven en hoeveel toch gewoon, zoals het hoort, vorig najaar zijn weggetrokken. De atalanta’s die hier blijven nemen wel een risico, want ze gaan niet in winterslaap. Ze gaan ‘gewoon’ in rust als het te koud is en worden actief als het zonnig is en warm genoeg. Dat betekent dat ze wel energie verbruiken en ze moeten dus af en toe bij kunnen tanken. Er bloeit niet veel in de winter, dat is wel een probleem. Tijdens de afgelopen eindejaars plantenjacht van FLORON bleek dat er ook rond de jaarwisseling nog flink wat wilde plantensoorten bloeien, maar of dat voldoende is en of ze met lage temperaturen wel nectar leveren is nog onduidelijk.
Een ander risico is dat ze bevriezen. Atalanta's zijn stevige vlinders en ze kunnen best wat hebben, maar echt strenge vorst zullen ze niet overleven. De vlinders die wat beschut zitten, kunnen misschien een flinke nachtvorst van 7 of 8 graden wel overleven, maar waarschijnlijk is een vorstperiode van een week of wat met temperaturen van 15 of 20 graden onder nul dodelijk. De vlinderoverwinteraars als dagpauwoog en kleine vos kunnen zo’n lage temperatuur wel aan, want zij gaan in winterslaap. Ze zetten hun metabolisme in ruststand, halen vocht uit hun lichaam en maken antivries aan, vergelijkbaar met wat wij in de auto gebruiken. Daarmee zijn ze bestand tegen die lage temperaturen. Deze winter lijkt voor de atalanta prima te zijn geweest, want echt zware vorst is achterwege gebleven en ook niet meer te verwachten. We zijn dan ook benieuwd hoeveel atalanta’s zullen worden gezien tot zo ongeveer begin april, dat zijn vrijwel zeker overwinteraars. Daarna komen er ook weer trekkers vanuit het zuiden deze kant op.
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting