Met zijn spitse snuit, kleine kraaloogjes, korte, behaarde staart en grijsbruine vacht is de huisspitsmuis snel te onderscheiden van ware muizen en woelmuizen. Hij leeft vooral in gebieden met veel beschutting, zoals cultuurlandschappen, graslanden en akkers met ruigtevegetaties. Vochtige terreinen mijdt hij liever. In tegenstelling tot andere spitsmuizen, houdt de huisspitsmuis zich vaak dicht bij menselijke bebouwing op. Zo is hij regelmatig te vinden in tuinen, composthopen en houtstapels. In de winter zoekt de huisspitsmuis vaak beschutting in gebouwen en huizen.
Actieve jager
De huisspitsmuis leeft solitair en komt vooral 's nachts tevoorschijn. Hij eet voornamelijk insecten, slakken, wormen en spinnen, maar soms ook kleine gewervelde dieren zoals jonge muizen of kikkers. Per dag heeft een huisspitsmuis zijn eigen lichaamsgewicht aan voedsel nodig. Hij kan niet langer dan enkele uren zonder voedsel, wat hem tot een zeer actieve jager maakt.
Muizen en spitsmuizen
Vanwege hun menukeuze vallen spitsmuizen onder de insecteneters. Het zijn geen knaagdieren, zoals de ware muizen en woelmuizen. Wanneer het gaat over muizen, worden om die reden spitsmuizen vaak apart genoemd. Wanneer je de gebitjes vergelijkt is ook daaraan al te zien dat spitsmuizen afwijken. Omdat het insecteneters zijn, zijn hun kiezen puntig en scherp vergeleken met de knobbelkiezen van ware muizen en de ‘driehoekjes’ van woelmuizen.
Karavaangedrag
De voortplanting van de huisspitsmuis vindt meestal plaats in de lente en de zomer. Een vrouwtje kan tot drie keer per jaar jongen krijgen, met gemiddeld vier jongen per keer. De eerste jongen verschijnen in april en zijn bij de geboorte blind en naakt, maar groeien snel en worden al na enkele weken zelfstandig. Vanaf dat de jongen veertien dagen oud zijn, gaan ze ook mee met de moeder. Hierbij houden de jongen zich aan hun moeder en aan elkaar vast bij het lopen. Dit wordt ook wel karavaangedrag genoemd. Bekijk hier een filmpje van een ‘treintje’ huisspitsmuizen.
Muizen in braakballen
Al jarenlang pluizen vrijwilligers van de Zoogdiervereniging braakballen van kerkuilen om de verspreiding van muizensoorten, inclusief spitsmuizen, in kaart te brengen. Hoe gaat dit in zijn werk? Uilen eten hun prooien, voornamelijk muizen, helemaal op. De onverteerbare resten worden door de uil uitgebraakt in de vorm van braakballen. In deze ballen zijn vaak nog hele schedelresten te vinden. Door deze uit te pluizen en op soort te determineren, is te achterhalen welke muizensoorten in welke gebieden voorkomen. Wil je meer weten over dit onderzoek? Kijk dan op de website van de Zoogdiervereniging.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in de Week van… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Eveline van der Jagt, Zoogdiervereniging en SoortenNL
Foto’s: Rudmer Zwerver, Saxifraga, Wesley Overman, Doris Koolmees, Zoogdiervereniging
Video: Wim Morias