Plakkaat eikenprocessierupsen laag op de stam in Nieuwleusen, juni 2024

Blijft het aantal eikenprocessierupsen laag of gaat het weer stijgen?

Kenniscentrum Eikenprocessierups
20-JUN-2024 - Het aantal eikenprocessierupsen, en daarmee de overlast, nam de afgelopen jaren sterk af. De vraag is wanneer de populatie weer gaat stijgen. In de noordelijke helft van het land lijkt het aantal rupsen weer toe te nemen. Geïnteresseerden kunnen helpen om de nesten in de eigen omgeving op de kaart te zetten. Ook monitoring van eikenprocessievlinders wordt steeds belangrijker en start in juli.

“De plaagdruk is laag, maar grondnesten van rupsen zijn een onzekere factor”. Dat was eind oktober vorig jaar onze prognose voor de eikenprocessierups in 2024. Er werden vorig jaar namelijk weer minder nesten aangetroffen in de eikenbomen dan in 2022. Het aantal eikenprocessievlinders in feromoonvallen lag wel zestien procent hoger dan in 2022, maar nog steeds op een laag niveau. Het aantal vlinders in de zuidelijke helft van Nederland was met 1,6 vlinders per val wel beduidend lager dan de veertien vlinders per val in de noordelijke provincies. De vraag is of de populatie in 2024 laag blijft of weer gaat stijgen.

Toename in het noorden

De monitoring van rupsennesten is nog in volle gang. Het beeld tot nu toe is dat het aantal rupsen in het zuiden en westen laag is, maar dat de aantallen in de noordelijke provincies duidelijk hoger liggen. Op diverse locaties is er zelfs sprake van zware aantasting. Op deze locaties is mogelijk sprake van rupsen die recent uit de bodem zijn gekomen; het aantal rupsen is beduidend hoger dan je op basis van de mate van de hoeveelheid opgegeten blad zou verwachten. Daarbij zitten de rupsen dit jaar vaak laag op de stam. In 2024 is er geen hitteperiode geweest en is er daardoor geen reden voor de rupsen geweest om de boomkroon te verlaten om laag op de stam verkoeling te zoeken. Plakkaten met rupsen en lage nestvorming duiden daarom op de aanwezigheid van grondnesten.

Grondnest van de eikenprocessierups

Publiek kan helpen lokale nestdichtheid in beeld te brengen

Om beter inzicht te krijgen in de variatie in plaagdruk roepen we hulp in het publiek, maar ook van gemeenten en boombeheerders. Iedereen kan van zoveel mogelijk eiken – minimaal dertig – doorgeven of er eikenprocessierupsen in zitten. Je kunt een telling doorgeven op straat-, wijk, of gemeenteniveau via een speciaal online formulier. Gemeenten die voor de hele gemeente al een eigen inventarisatie hebben gemaakt, kunnen direct de totalen voor de hele gemeente invoeren. Op de plaagdrukkaart is vervolgens te zien wat de plaagdruk van eikenprocessierupsen in de geïnventariseerde gebieden is. De waarnemingen worden automatisch één keer per dag bijgewerkt in de kaart. 

Webinar monitoring eikenprocessievlinders op 1 juli

Het aantal bomen met rupsennesten geeft goed inzicht in de actuele plaagdruk. Voor de prognose van de plaagdruk die volgend jaar te verwachten is, zijn grondnesten van de eikenprocessierups een onzekere factor. Door ook het aantal eikenprocessievlinders te monitoren, kunnen de prognose van de plaagdruk voor volgend jaar sterk verbeteren. Monitoring van rondvliegende eikenprocessievlinders krijgt een steeds prominentere rol, omdat niet alle vlinders in hetzelfde jaar uitvliegen. In de vluchtperiode wordt gepaard en worden de eitjes afgezet. Dat geeft meer inzicht in het te verwachten plaagdruk.

Vanaf half juli start de vlindermonitoring. Hiervoor worden feromoonvallen gebruikt. Vorig jaar hingen er door heel Nederland zo’n 2100 vallen. We krijgen regelmatig vragen over hoe je de vlindermonitoring goed kunt uitvoeren. Op maandag 1 juli organiseren we daarom het webinar 'monitoring eikenprocessievlinders met feromoonvallen'. Tijdens dit webinar wordt het ophangen en legen van feromoonvallen toegelicht. De sessie wordt gegeven van 13 uur tot 14 uur en registreren is noodzakelijk.

Een feromoonval die eikenprocessievlinders lokt en vangt

Meer informatie

  • Meer tips over het tellen van het aantal nesten vind je in het natuurbericht “Eikenprocessierups heeft vroeg brandharen”.
  • De links naar het formulier en de kaart zijn ook op de website van het Kennisplatform Processierups terug te vinden.

Tekst: Kenniscentrum Eikenprocessierups: Arnold van Vliet, Wageningen University, Silvia Hellingman en Guus Hellingman, Hellingman Onderzoek en Advies; Henry Kuppen en Wendy Batenburg, Terra Nostra; Henk Jans, Jans Consultancy Gezondheid en Milieu; Hidde Hofhuis, Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel; Joop Spijker, Wageningen Environmental Research
Foto’s: Silvia Hellingman