Natuurjournaal 2 juni 2024

Jonge steenuiltjes hebben zo langzamerhand allemaal het nest verlaten. Ze worden nog een week of vijf door hun ouders gevoerd, maar daarna moeten ze op eigen benen staan. Hun ouders verjagen hen dan uit hun geboortegebied en ze moeten op zoek naar een eigen territorium. Meestal vinden ze dat op minder dan tien kilometer afstand. De steenuil is in vergelijking met andere uilen best klein, hij is nog niet eens zo groot als een merel. Hij is niet bang voor mensen en broedt vaak op boerenerven. Zijn roep doet nog het meest denken aan een miauwende kat, daarom wordt hij ook wel 'katuil' genoemd. Een steenuil eet vooral veldmuizen, maar ook andere kleine zoogdieren, kleine vogels, nachtvlinders, meikevers en regenwormen. Zelf heeft hij ook veel natuurlijke vijanden, de bosuil lust wel een steenuiltje, net zoals sperwers en haviken.

Veldmuizen zijn weer volop actief. Hun aantallen nemen vanaf de lente toe en bereiken een piek in de nazomer en de herfst. In een piekjaar kunnen er wel meer dan 1.000 holen op een hectare landbouwgrond voorkomen! Door de moeilijke omstandigheden in de winter nemen de aantallen vanzelf weer af. In Nederland komen drie groepen muizen voor: de spitsmuizen, de ware muizen en de woelmuizen. De veldmuis behoort tot de laatste groep. Het zijn forse muizen met een lengte van tussen de 9 en 13 centimeter. Veldmuizen komen meestal niet verder dan ongeveer 8 meter van hun hol. Hun dieet is voornamelijk plantaardig, maar soms eten ze ook spinnen of wormen.

Tekst: Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today 
Foto's: Mark Zekhuis, Saxifraga; Rudmer Zwerver, Saxifraga