Natuurjournaal 17 mei 2024
Nature TodayOp de rug van hun ouders ontdekken pasgeboren futen de wereld. Ze zijn zwart-wit gestreept. Een paar dagen nadat ze uit het ei zijn gekropen, kunnen de kuikens al zwemmen. Toch nemen de ouders hun jongen nog vaak op de rug mee. Zo zijn ze beter beschermd tegen allerlei vijanden, zoals roofvissen en reigers. Na ongeveer tien weken zijn de jongen zelfstandig. Tot die tijd worden ze gevoerd door hun ouders. Die zijn goed te herkennen aan hun witte ‘gezicht’ met een roodbruine en zwarte verenkraag eromheen. De fuut kan overal leven, zolang er maar water is: van stadsparken en grachten tot duinmeren en moerasgebieden. Futen kunnen goed onder water zwemmen en jagen dan voornamelijk op vis. Ze wisselen hun menu af met insecten, weekdieren, kikkervisjes, kikkers en planten.
Om een groentje te zien moet je goed speuren! Door hun felgroene kleur zijn ze namelijk goed gecamoufleerd en gaan ze helemaal op in hun groene omgeving. Dit kleine vlindertje hoort, ondanks zijn naam, bij de familie van de blauwtjes. Net als de meeste van zijn familieleden is het groentje klein van stuk, ongeveer anderhalve centimeter. Toch verdedigt het mannetje zijn territorium vol overgave. Doodstil zit hij op een uitkijkpost, zoals een tak of struik, en valt alles aan wat zijn gebiedje binnenvliegt. Behalve natuurlijk als er een vrouwtje passeert, dan gaat hij erop af en hoopt dat ze wil paren. Groentjes leven het liefst op plekken waar open landschap overgaat in struiken en bos, zoals bosranden langs heidevelden. Je komt ze vooral tegen in het oosten en midden van Nederland en op de Waddeneilanden. Groentjes zijn vooral te zien in mei en juni.
Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Shutterstock; Jan van der Straaten, Saxifraga