Natuurjournaal 9 mei 2024

De zandhagedis zit middenin de paartijd en het bijzondere is dat de mannen dan felgroen kleuren. Ze maken zich breed en hoog op de poten verjaagt de zandhagedis andere mannetjes uit zijn territorium. Omdat ze zo actief zijn, heb je nu de grootste kans om ze te zien. Zandhagedissen kunnen zo’n twintig centimeter lang worden (inclusief staart) en zijn wat forser gebouwd dan de meer algemene levendbarende hagedis. Op de herkenningskaart hagedissen kan je snel de verschillen zien. Zandhagedissen komen voor op zandgronden en dan vooral op hogere plekken: de duinen aan de kust, de stuwwallen en ook rivierduinen langs de Maas. Ze wonen daar in heidegebieden en in kalkrijke duinen ook in struwelen.

Veel mensen schrikken eerst even als ze een houtsluipwesp voorbij zien vliegen. Het is met één tot vier centimeter een van de grootste sluipwespen en de vrouwtjes hebben bovendien een enorme legboor die net zo lang is als hun lichaam. Dat ziet er vervaarlijk uit, maar ze gebruikt die om lange tunnels in dennen te boren. Dat is mooi te zien op dit filmpje. Totaal ongevaarlijk dus, behalve als je een larve bent die diep in het hout leeft. De larven van boktorren en houtwespen zijn namelijk de gastheer voor het kroost van de sluipwesp. Als er een eitje op ze wordt gelegd, zijn ze ten dode opgeschreven. Houtsluipwespen worden vooral in mei en juni gezien. Ze komen vooral voor in bosachtige gebieden, maar kunnen ook gewoon in je tuin langskomen.

Tekst: Nienke Lameris, Nature Today 
Foto's: Martijn v.l., Waarneming.nl; Frank Vassen, Wikimedia Commons