Vormen bladluizen de sleutel bij de massale achteruitgang van insecten?
OBN Natuurkennis, Radboud Universiteit, Stichting BargerveenIn 2017 verscheen een belangrijke studie waaruit bleek dat de biomassa van vliegende insecten over een periode van 27 jaar met meer dan 75 procent was afgenomen. Vervolgonderzoek liet bovendien zien dat in Nederland een vergelijkbare achteruitgang was opgetreden in verschillende insectengroepen. Hoewel al is aangetoond dat onder andere intensivering van landgebruik, vermesting, verzuring, verdroging van natuurgebieden en klimaatverandering een rol spelen, is het nog een raadsel waarom de achteruitgang zo massaal en snel plaatsvindt.
Bladluizen als voedsel
Uit onderzoek naar de veranderingen in zweefvliegpopulaties in Nederland blijkt dat veel soorten die zijn afgenomen afhankelijk zijn van bladluizen. Bladluizen dienen voor meer insecten als voedselbron, bijvoorbeeld voor larven van lieveheersbeestjes en gaasvliegen. Daarnaast voeden veel insecten zich met de honingdauw die bladluizen produceren. Een achteruitgang van veel insectengroepen kan dus mede veroorzaakt worden door veranderingen in bladluispopulaties. Om dit nader te onderzoeken zijn Stichting Bargerveen en de Radboud Universiteit Nijmegen dit voorjaar een onderzoek gestart. Hierin wordt specifiek gekeken naar de effecten op bladluispopulaties van atmosferische stikstofdepositie enerzijds, en blootstelling aan (mengsels van) pesticiden in natuurgebieden anderzijds. De eerste veldmetingen gaan van start als de eerste bladeren ontluiken en de voedselkwaliteit van eikenblad het hoogste is. Eikenblad bevat relatief weinig afweerstoffen en juist veel voedingsstoffen.
Voedselkwaliteit van planten
Door de hoge stikstofdepositie in Nederland verandert de bodemgesteldheid, met name op onze hogere zandgronden. De beschikbaarheid van stikstof in de bodem neemt toe, maar door het tegelijkertijd versneld optreden van bodemverzuring nemen andere belangrijke voedingsstoffen af. Hierdoor verandert de chemische samenstelling van bladeren van planten. Voor herbivoren die deze bladeren eten, kan dit betekenen dat de voedselkwaliteit verslechtert. Bladluizen voeden zich echter met het sap uit de bastvaten (het floëem) van planten. Een belangrijke vraag is of de chemische samenstelling daarvan op een vergelijkbare manier verandert en zo ja, in hoeverre bladluizen en hun predatoren hierdoor beïnvloed worden.
Pesticiden in natuurgebieden
Uit recent onderzoek is gebleken dat zelfs in grote natuurgebieden (onder andere de Veluwe, het Dwingelderveld en het Drents-Friese Wold) residuen van allerlei bestrijdingsmiddelen in de lucht en vegetatie aanwezig zijn. Over of, en zo ja, in welke mate deze middelen effect uitoefenen op insecten is nog zeer weinig bekend. Zo is het niet duidelijk of deze stoffen vanuit planten in plantenetende insecten terechtkomen. Is er een verschil tussen insecten die de bladeren eten en soorten die zich voeden met de sapstroom? En heeft dit ook hogerop in de voedselketen invloed op predatoren, zoals larven van lieveheersbeestjes?
Modelsoorten: zomereik en eikenbladluis
In het onderzoek zal worden gewerkt met modelsoorten: de zomereik, de eikenbladluis (Lachnus roboris) en zijn predatoren. De eikenbladluis is een relatief grote en goed herkenbare bladluizensoort die is gespecialiseerd op jonge takken en twijgen van de zomereik. Er is voor dit modelsysteem gekozen omdat eiken één van de belangrijkste waardplanten vormen voor een zeer groot aantal insectensoorten.
Dit modelsysteem zal zowel in het bos als in gecontroleerde omstandigheden in de kas worden onderzocht. In het veld worden plekken bezocht waarvan bekend is dat zij meer of minder onder invloed staan van pesticiden en stikstof. Hier wordt gekeken of er patronen optreden in de samenstelling van de bodem, de atmosfeer, de sapstroom en de insectengemeenschap in en op de eiken. Vervolgens worden in de kas experimenten uitgevoerd waar onder gecontroleerde omstandigheden onderzocht wordt hoe eikenbladluizen reageren op blootstelling aan in de veldsituatie bestaande cocktails van pesticiden, onder verschillende niveaus van stikstofbelasting. Uiteindelijk worden bladluizen uit de experimenten ook als voedsel aan predatoren aangeboden om na te gaan of er ook effecten hogerop in de voedselketen optreden.
Tekst: Quiniver Tuinder, Marijn Nijssen & Joost Vogels, Stichting Bargerveen
Foto's: Quiniver Tuinder (leadfoto: eikenblad in avondlicht); Ryszard, CC-BY_NC, Flickr