Doodhoutkevers in het Stormreservaat Breeveen op de Utrechtse Heuvelrug
EIS Kenniscentrum Insecten, Utrechts LandschapDe valwind van 18 juni 2021 in de omgeving Leersum was een heftige gebeurtenis. Een van de zwaarst getroffen gebieden is Breeveen. Over een oppervlak van circa 35 hectare is hier een groot deel van het bos omgewaaid. Dood hout op deze schaal in het Nederlandse bos komt door opruimwerkzaamheden vrijwel niet voor. Windworp en aftakelende bossen zijn echter sturende natuurlijke verschijnselen en kunnen de biodiversiteit een flinke impuls geven. Het bos krijgt namelijk veel meer structuur en veel meer dood hout, hiermee neemt de variatie in leefgebieden flink toe. Daarom heeft Utrechts Landschap ervoor gekozen het stormhout niet op te ruimen en een bosreservaat op te richten: het Stormreservaat Breeveen. De verwachting is dat door niet in te grijpen de biodiversiteit een grote impuls krijgt. Het Utrechts Landschap heeft een onderzoeksprogramma opgezet om de bosstructuur, bodemontwikkeling en diversiteit in de doodhoutkeverfauna te monitoren. Voor dit laatste heeft EIS Kenniscentrum Insecten in 2023 een eerste inventarisatie uitgevoerd.
Kruisvallen in en naast het Stormreservaat
In het voorjaar van 2023 zijn in het Stormreservaat vijf zogenaamde kruisvallen opgehangen om kevers te bemonsteren. Onder elke val hing een bak met een azijnzuuroplossing (met ethanol, water, glycerine en azijnzuur), een bewezen effectieve lokstof voor doodhoutkevers. Deze vallen hingen in de periode van half april tot half juli in het bos en werden om de week geleegd.
Omdat niet bekend was welke doodhoutkeverfauna er in het bosgebied voorkwam voor de valwind haar werk deed, is het natuurlijk lastiger te bepalen welke effecten de ontstane situatie meebrengt. Om dit toch te bepalen is ook het naastgelegen niet-omgewaaide bos in Breeveen op dezelfde wijze met vijf vallen bemonsterd. Dit bos heeft een natuurdoelstelling en wordt extensief beheerd door het bestrijden van exoten en structuurverbeteringen.
Nieuwe soorten voor Utrecht
Uit de monsters zijn alle kevers gesorteerd en gedetermineerd. In totaal zijn er 9926 individuen (waarvan 4305 in het beheerde bos en 5621 in het Stormreservaat) van 204 soorten (waarvan 134 in het beheerde bos en 166 in het Stormreservaat) gevangen.
De meest gevangen soort, met ruim 2500 individuen, is de kleine houtkever (Xyleborus saxesenii) uit de groep van de bastkevers. Hij vreet gangen net onder de schors van takken en stammen die kwijnen of recent dood zijn gegaan. Het is dus een pioniersoort en in de loop der jaren zullen de aantallen naar verwachting afnemen.
Als er veel insecten worden gevangen, duiken er ook altijd bijzonderheden op, zo ook tijdens deze inventarisatie. Er is een nieuwe glanskever voor Nederland aangetroffen (helaas wel een exoot) en er zijn ook vijf soorten aangetroffen die niet eerder in de provincie Utrecht waren gezien (een buitelkever, een dwergkniptor, een kortschildkever, een schimmelkever en een kerkhofkever).
Monitoring van de biodiversiteit
De bemonstering zal in 2025 en 2027 (en daarna vijfjaarlijks) herhaald worden. Het eerste jaar is er zeer goed gevangen en de uiteindelijke dataset zal ongetwijfeld omvangrijk genoeg zijn om – aan de hand van analyses en vergelijkingen tussen de resultaten van het ‘gewone’ bos en het Stormreservaat – te bepalen wat de toegevoegde waarde van het Stormreservaat is voor de biodiversiteit in het gebied.
Tekst: Jinze Noordijk, EIS Kenniscentrum Insecten, Frank van Nunen, Stefan Arp en Maarten den Hartigh, Markus Feijen van Utrechts Landschap
Foto’s: Jinze Noordijk (leadfoto: kruisval tussen de omgevallen bomen); Landcare Research New Zealand Ltd