De vijf soorten die je in bijna elke tuin kunt aantreffen, zijn over het algemeen goed op naam te brengen. Je kunt dat doen met de zoekkaart Tuinpissebedden, hier gratis te downloaden. Zeker de kelderpissebed (breed lichaam met de bleke randen), de ruwe pissebed (egaal gekleurd of mat gevlekt) en de mospissebed (bruin glanzend met donkere kop en rugstreep) zul je vaak aantreffen. Pissebedden zijn verwant aan de kreeftachtigen, waarvan de meeste vertegenwoordigers in het zoete en zoute water voorkomen. De landpissebedden vormen daarop één van de uitzonderingen, ze hebben de stap naar het land gemaakt. Zij hebben nog steeds kieuwen en geen longen, dus zijn ze alleen op plaatsen te vinden die vochtig genoeg zijn om te kunnen ademhalen.
Je denkt bij pissebedden misschien het meest aan het omdraaien van een dode boomstam of stenen, maar de meeste soorten zijn aan het water gebonden. Zo heb je de zeepissebedden, waarvan er 42 soorten in de Nederlandse zoute en brakke wateren voorkomen. Sommige daarvan zijn nauwelijks te herkennen als een pissebed: ze leven als parasieten in kwallen of onder de tong van vissen. In het zoete water zijn er ook vijf soorten te vinden. De gewone zoetwaterpissebed is het algemeenst en deze kun je in menig tuinvijver aantreffen, maar ook de zuidelijke soorten zijn steeds vaker te vinden. Je kunt ze daarom het best determineren met deze soortzoeker.
Er is één soort die de extremen van zowel land als de zee opzoekt: de havenpissebed. Deze pissenbed is grijs met opvallende buisvormige, gevorkte staartdraden. Het is de grootste pissebed van Nederland, en wordt wel twee keer zo groot als de kelderpissebed. Officieel hoort hij bij de landpissebedden, maar hij is alleen te vinden daar waar land en zee elkaar ontmoeten of waar het zoutgehalte tenminste zes promille is. De soort komt bijvoorbeeld voor tot achter het Centraal Station te Amsterdam. In het getijdegebied kun je ze aantreffen waar de kust stenig is. Zoek hem aan de Waddendijken, pieren van IJmuiden en Scheveningen, en in het deltagebied. Over dit dier heeft EIS het onderstaande filmpje gemaakt. Grappig en bijzonder van deze soort is dat ze hun kleur kunnen aanpassen aan de achtergrond, licht op zand, donker op steen.
De havenpissenbed vind je vooral langs de kust op stenige plaatsen (Bron: EIS Kenniscentrum Insecten)
De rest van de ongeveer veertig soorten landpissebedden is daadwerkelijk op het land te vinden. Veel zijn in het veld op naam te brengen, soms heb je daar wel een loep voor nodig. Anderen kun je alleen microscopisch determineren. De veldtabel van de JBU is inmiddels uitverkocht, maar determineren kan nog steeds met de pdf van de tabel uit 1997 op de website van het pissebeddenproject.
Een makkelijk herkenbare soort is de mierenpissebed. Ondanks zijn kleine formaat is deze pissebed namelijk direct te herkennen doordat hij een breed ovaal, wit lichaam heeft met korte brede antennen. Ze zijn blind en leven onder de grond in mierennesten als zogenaamde mierengasten. Dit zijn voornamelijk kevers, springstaarten, zweefvlieglarven, rupsen van blauwtjes, krekels, mijten en dus ook de mierenpissebed. De mierenpissebed is het vuilnismannetje van het mierennest: ze leven van afval in het nest. Een ander voordeel is dat de mieren bescherming bieden tegen hun predatoren. De mierengasten hebben met elkaar gemeen dat ze een trucje hebben gevonden tegen aanvallen van de mieren zelf. Ze scheiden daarvoor een geur af die de mieren om de tuin leidt. Ze bewegen hun antennen met dezelfde frequentie als de antennen van mieren en bij aanraking zaken ze door hun pootjes zodat de kaken van de mier geen vat op ze krijgen.
Heb je een pissebed gezien? Maak een foto en voer hem in op Waarneming.nl. Als je het leuk vindt, kun je zelf proberen de soort op naam proberen te brengen met de hierboven genoemde werken.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van … Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst: Daan Drukker en Matty Berg, EIS Kenniscentrum Insecten en SoortenNL
Foto’s: Anne Krediet (leadfoto: Een havenpissebed kijkt om het hoekje)
Film: EIS Kenniscentrum Insecten