Provinciaal beleid voor natuur en economie komt nog niet van de grond
Wageningen Environmental Research, WOT Natuur & MilieuProvincies richten zich op de natuurinclusief gebouwde omgeving, groene verdienmodellen, impactreductie en circulaire economie. Er is de afgelopen tien jaar veel ervaring opgedaan met processen en er zijn waardevolle netwerken opgebouwd, maar fysieke realisatie blijft achter. Voor opschaling is er behoefte aan duidelijke ambities, doelen en kaders.
Verbinden natuur en economie geen prioriteit voor provincies
Bij de decentralisatie van het natuurbeleid in 2013 is het versterken van de relatie tussen natuur en economie vastgelegd als een van de drie hoofdambities van het Natuurpact tussen Rijk en provincies. Uit het rapport ‘Provinciaal beleid voor het versterken van de relatie tussen natuur en economie’ blijkt dat provincies de afgelopen tien jaar geen prioriteit hebben gegeven aan de ambitie ‘natuur en economie’ uit het Natuurpact. Er zijn ambities en verwachtingen, maar geen concrete doelen en slechts beperkte middelen. Bestuurlijk commitment en duidelijke budgettering blijven uit, en het aanwezige beleid is sterk afhankelijk van enkele gemotiveerde ambtenaren.
Natuurpact biedt provincies weinig houvast
De ambitie uit het Natuurpact om de relatie tussen natuur en economie te versterken wordt door provincies op verschillende manieren ingevuld. In het Natuurpact wordt niet aangegeven wat onder het versterken van de relatie tussen natuur en economie wordt verstaan en in het verlengde daarvan ook niet wat de doelen zijn. Dit biedt voor provincies weinig houvast en heeft geleid tot verschillende provinciale interpretaties en beleidsprogramma’s om deze ambitie te realiseren. Het onderwerp ‘natuur en economie’ raakt aan veel opgaven waar provincies voor staan: natuur, klimaatadaptatie, het ruimtelijke domein en werkgelegenheid. Provincies ontwikkelen dan ook allerlei strategieën op dit gebied, gerelateerd aan de natuurinclusief gebouwde omgeving (zoals natuurinclusief bouwen en groene bedrijventerreinen), groene verdienmodellen (bijvoorbeeld voedselbossen en natuurbegraafplaatsen), impactreductie en circulaire economie.
Ervaring opgedaan met processen, fysieke realisatie blijft achter
Provincies hebben resultaten bereikt op het gebied van procesvorming, kennisoverdracht en netwerkopbouw, maar de fysieke realisatie van de ambitie blijft nog achter. Het beleid blijft vaak hangen in pilots en bereikt vooral de koplopers. Het opschalen van koplopers naar mainstream en van pilots naar regulier beleid lukt nog niet. In veel provincies vraagt de procesaanpak tijd en zijn er ‘buiten’ nog slechts beperkte resultaten geboekt. Dit heeft onder andere te maken met beperkte capaciteit en andere prioriteiten (zowel bij provincies als bij andere betrokken partijen zoals gemeenten, parkmanagers en bedrijven op bedrijventerreinen), beperkte budgetten en gebrek aan (landelijke) kaders. Wel zijn in een aantal provincies waardevolle netwerken opgebouwd - voor specifieke gebieden of rondom bepaalde onderwerpen – die kansen bieden voor toekomstige opschaling van het beleid.
Rol van provincies en andere overheden
Provincies hebben goed zicht op de regionale opgaven en in de belangen van verschillende spelers in het gebied en zijn daarmee in staat om deze belangen met elkaar te verbinden en zo win-winsituaties te creëren. Veel provincies geven echter aan dat het versterken van de relatie tussen natuur en economie de betrokkenheid van alle overheidslagen vergt, en dat het niet alleen de verantwoordelijkheid van de provincies kan zijn. Dat heeft te maken met de beperkte bevoegdheid van provincies, maar de complexiteit van opgaven vraagt hier ook om. Provincies hebben – op de afspraken in het Natuurpact na – geen geformaliseerde rol wat betreft het thema ‘natuur en economie’ en vaak geen direct contact met de betrokken sectoren. Dit maakt dat provincies beperkt zijn in waar zij harde doelen kunnen stellen.
Duidelijke kaders en lokaal maatwerk
Een duidelijke doelstelling en governance-structuur op het gebied van natuur en economie (of natuurinclusiviteit) ontbreekt nu. Het aanscherpen en expliciet maken van de feitelijke beleidsdoelstelling met concretere, kwantificeerbare doelen is essentieel om richting te geven en de benodigde versnelling te realiseren. Daarnaast is maatwerk een belangrijke succesfactor. Een aantal provincies hebben ervaring opgedaan met het proactief meedenken met initiatiefnemers en ondernemers. De ervaring is dat actieve ondersteuning, met maatwerk per ondernemer/situatie, werkt en wordt gewaardeerd.
WOT-rapport 154 is een achtergrondstudie bij de Derde Lerende Evaluatie van het Natuurpact (Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen University & Research). Deze achtergrondstudie richtte zich op het provinciaal beleid met betrekking tot de relatie tussen natuur en economie, voor andere sectoren dan landbouw. Samen met de betrokkenen zijn de beleidsstrategieën van provincies op het gebied van natuur en economie geïnventariseerd en de verwachtingen, ervaringen en handelingsperspectieven met betrekking tot deze strategieën in beeld gebracht. Daartoe zijn beleidsdocumenten systematisch geanalyseerd, hebben interviews met alle provincies plaatsgevonden en zijn zes concrete provinciale aanpakken geselecteerd voor casusonderzoek.
Meer informatie
- Provinciaal beleid voor het versterken van de relatie tussen natuur en economie (pdf: 4,0 MB).
- Lessen uit 10 jaar Natuurpact - Derde Lerende evaluatie van het Natuurpact (pdf: 6,8 MB).
Tekst: WOT Natuur & Milieu
Foto: Rudmer Zwerver, Saxifraga