Imposante opkomende platworm zoekt naam
Stichting ANEMOONPlat als een pannekoek of een Franse crêpe. Maar dan langgerekt-ovaal, golvend en met de kleur van een plakje leverworst. Zo wordt een nieuwe inwoner van Zeeland beschreven door duikers. Sinds begin augustus zien zij dit nieuwe dier voor het Nederlandse kustgebied steeds vaker. Zoals bij de duikstek Zeelandbrug, waar zowel bijgevoegde foto's werden gemaakt als onderstaande filmbeelden.
De nieuwe platworm op 22 augustus bij de Zeelandbrug (Bron: Marco Vinke)
Eerste meldingen
Op 14 augustus 2023 meldde Ferry Stam op de facebookpagina van Stichting ANEMOON dat hij een hem onbekende worm had gezien bij de Zeelandbrug. Dezelfde dag nog liet Marleen Piessens weten dat zij en haar buddy Martine Willems het dier daar een paar dagen eerder ook hadden waargenomen. Uit de reacties op deze berichten bleek dat duikers deze wormen ook op andere duikplaatsen aantroffen, zoals bij Wemeldinge, Plompe Toren en Putti's Place. Filmbeelden, zoals Marco Vinke op 22 augustus maakte bij de Zeelandbrug, laten de voortbeweging van het imposante dier goed zien. Het gaat met name om waarnemingen op relatief grotere diepte, tussen 14 en 20 meter.
Meedenken... prijsvraag?
Terwijl wordt gewerkt aan een wetenschappelijke publicatie, vragen we de lezers van dit natuurbericht vast mee te denken over een Nederlandse naam. In het rijtje met namen die nu al circuleren, zitten heel aardige. Maar ongetwijfeld weten lezers ook mooie passende namen? Met plezier verloten we een prijsje onder de inzenders. Bijvoorbeeld een boek over strandvondsten of mooie zoekkaarten, daar komen we in overleg wel uit. Helpt u mee?
Alvast wat Nederlandse namen
Op dit moment is de herkomst van het dier nog niet honderd procent zeker. Het kan een exoot zijn van vér weg, of een Atlantische soort die naar het noorden opschuift. Er is gelijkenis met soorten uit de familie Pseudocerotidae, met name met Pseudoceros maximum, maar zolang er onzekerheid is over de herkomst en het DNA-onderzoek nog loopt, vallen namen als 'Aziatische' of 'Atlantische platworm' af. In Nederlandse namen kun je sowieso beter de vorm of kleur gebruiken. De gewoonten en het voedsel kan ook, maar ook daarover is nu nog niet veel bekend. In elk geval is het dier groot. Opgaves over afmetingen verschillen, maar ze worden zeker tien centimeter (er zijn meldingen van twaalf tot vijftien centimeter, maar een duikbril heeft de neiging dingen te vergroten). De dieren zijn vleeskleurig en paarsbruin met lichtere vlekken. De rand is opvallend geplooid en golvend, als ruches op klassieke kleding. Van de namen die we al voorbij hebben zien komen, noemen we de volgende twaalf: Crêpe-worm, Pannekoekworm, Reuzenplatworm, Megaplatworm, Grote platworm, Wiebelworm, Leverworst-platworm, Ruches-platworm, Golvende platworm, Rimpel-platworm, Plooiworm, Geplooide platworm. Helpt u kiezen of weet u een andere pakkende naam? Laat dit dan weten en mail naar Stichting ANEMOON.
Over naamgeving
Sinds de werken van Linnaeus worden alle dieren op aarde aangeduid met een uit twee delen bestaande (binaire) wetenschappelijke naam. Deze is in het Latijn, of in elk geval gelatiniseerd en geldt overal ter wereld. Die systematiek is geniaal door zijn simpliciteit. Gewoonlijk geeft degene die een diersoort voor het eerst voor de wetenschap beschrijft het een naam. Vaak wordt die gebaseerd op de kenmerken van het dier of de groep waartoe het dier behoort. Een fragiele zeester met snel afbrokkelende poten heet bijvoorbeeld Ophiothrix fragilis en een borstelworm met verschillende kleuren Hediste diversicolor. Het tweede deel van de naam is specifiek voor die éne soort, het eerste deel geeft de familienaam cq verwantschap met gelijkende soorten aan. Zo zijn er meerdere zeesterren in het geslacht/genus Ophiotrix van de familie Ophiotrichidae.
Nederlandse namen
Vóór het systeem van Linnaeus was de naamgeving een warboel en werden voor dezelfde soort in elk land andere namen gebruikt. In het in 1705 verschenen boek ‘D’Amboinsche Rariteitkamer’ van Georg Eberhard Rumpf (1627-1702), ook bekend als Rumphius, komen voor schelpen namen voor als Bootshaak, Duivelsklauw, Ajuynschil, Bagynedrol en Gaaper. In het Engels, Duits of Frans werden dezelfde soorten weer anders aangeduid. Met het huidige wetenschappelijke systeem zou dat niet meer hoeven. Desondanks bleef het gebruik van volksnamen ('vernacular names': namen in de streek- of landtaal) bestaan, zij het altijd náást de enige echte juiste wetenschappelijke naam, op de tweede plaats dus.
Onnodig?
Alle soorten hebben al een 'echte', wetenschappelijke naam. Is een Nederlandse naam dan nog belangrijk? Jawel. Bij onder andere vogels, zoogdieren en planten wordt vaak alleen de Nederlandse naam gebruikt. Nadat ook ongewervelden als slakken en mossels een vaste Nederlandse naam kregen, werden ze veel toegankelijker voor een groter publiek. We zagen soorten meer en beter betrokken worden bij het natuurbeleid in zee, in zoet water en op het land. Een bericht over de achteruitgang van de Kleverige poelslak past in elke krant, zo'n bericht over Myxas glutinosa trekt alleen experts. Nederlandse namen komen voor in hulpmiddelen als apps en websites/platforms om waarnemingen door te geven. Zoals op Waarneming.nl en Verspreidingsatlas.nl. Ze maken waarnemen in het veld makkelijker en leuker. Ook voor jongeren, die de zorg voor onze natuur overnemen. En juist jongeren zijn super-creatief in het vinden van namen. Denk aan allerlei nu geheel ingeburgerde namen als Tractorwieltje, Riempje en Gestippelde dieseltreinworm, die allemaal ontstaan zijn binnen de jeugdbonden voor natuurstudie (zoals de NJN en de JNM-Jongeren in de Natuur). Dus jong en oud; kom maar op met die naamvoorstellen!
Tekst: Rykel de Bruyne, Brendan Oonk en Inge van Lente, Stichting ANEMOON
Foto's: Marion Haarsma (leadfoto: de recent nieuw voor ons land ontdekte platworm uit de Oosterschelde
Film: Marco Vinke