Natuurjournaal 19 juni 2023

 Na een slecht vlindervoorjaar, wordt het nu langzaamaan tijd voor de eerste zomervlinders. Het bruin zandoogje is een van de eerste. Ze vliegt vanaf juni tot eind augustus en dat is best lang voor een vlinder die in één generatie vliegt. Dat komt omdat de vlinders over een langere periode uit de pop kruipen, en ze ook lang leven. Ongeveer een maand, terwijl veel vlinders slechts dagen tot een paar weken leven. Ook in hoeveelheid overtreft ze andere soorten: het bruin zandoogje is de meest waargenomen soort! Qua aantallen dan, niet qua verspreiding over het land. Op de plekken waar ze woont – ruige graslanden en andere grazige gebieden – kunnen ze met honderden tegelijk vliegen.

Jonge tureluurs zijn nu vliegvlug en groot genoeg om hun ouders te verlaten. De kenmerkende steltloper – rode poten, roept tjuu-tjuu-tjuu – broedt in graslanden, vooral in West- en Noord-Nederland. Met sloten of natte gebieden in de buurt zijn ze helemaal op hun plek. Het nest verstoppen ze goed, bijvoorbeeld door er een graspol overheen te vouwen. Ze hebben zeven weken nodig om de jongen groot te brengen. Drie-en-een-halve week broeden, en drie-en-een-halve week op de kuikens passen. Die zoeken wel hun eigen voedsel, maar worden begeleid door één van de ouders. Zelf zoeken de ouders verderop naar voedsel, bijvoorbeeld op het wad zoals je hier kan lezen en bekijken. Als er voor half juni gemaaid wordt, maken de kuikens weinig kans.

Tekst: Nienke Lameris, NatureToday.nl
Foto’s: Henk Bosma, Saxifraga; Piet Munsterman, Saxifraga