Natuurjournaal 15 augustus 2024

Het landkaartje kan je overal in Nederland tegenkomen. Deze vlinder heeft een bijzondere eigenschap. De meeste vlindersoorten hebben meerdere ‘generaties’ per jaar. In het voorjaar kruipt de eerste generatie uit de pop, plant zich voort en sterft. Hun kinderen komen in de zomer uit de pop, de tweede generatie (ook wel zomergeneratie genoemd). De meeste vlinders maken zich na de zomer op voor de winter, maar sommige soorten brengen zelfs nog een derde generatie voort die in september en oktober vliegt. Meestal is aan het uiterlijk van de vlinder niet te zien wanneer hij is geboren, maar bij landkaartjes is dat anders. Voorjaarsvlinders zijn oranje, zomervlinders zijn zwart. En blijft het lang genoeg mooi weer voor een derde ronde, dan wordt er een tussenvorm geboren die zwart met oranje gekleurd is.

De meest voorkomende vlinder in Nederland is niet het koolwitje of de dagpauwoog, maar het bruin zandoogje. Het is geen tuinvlinder, maar vooral een vlinder van graslanden en daar hebben we er in Nederland genoeg van. Bruin zandoogjes kunnen plaatselijk heel talrijk zijn, met honderden en soms duizenden bij elkaar. Qua uiterlijk doen ze hun naam eer aan: bruin met een klein oogje op de vleugels. Je herkent ze aan hun lage, soms wat huppelende vlucht boven het gras of in de berm.

Tekst: Ineke Radstaat, Nature Today
Foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting