Klimaatverandering zet libellenfauna Midden-Oosten op z'n kop
Naturalis Biodiversity CenterDeze eeuw zal klimaatverandering de belangrijkste oorzaak zijn van veranderingen in patronen in biodiversiteit. In Europa hebben we een redelijk beeld van de veranderingen die in gang zijn gezet. Al meer dan twintig jaar zien we bij libellen zuidelijke soorten met verbazingwekkende snelheid opschuiven naar het noorden. De afgelopen paar jaar zien we ook dat noordelijker soorten in korte tijd uit grote delen van Midden-Europa verdwijnen. Van veel andere gebieden in de wereld weten we alleen dat klimaat een grote invloed gaat hebben, maar we weten nauwelijks wat we kunnen verwachten.
Verspreidingsgegevens
Om dit in kaart te brengen hebben onderzoekers van Naturalis Biodiversity Center gekeken naar de verspreiding van alle in het Midden-Oosten en Centraal-Azië voorkomende libellensoorten. Op basis van de bekende verspreidingsgegevens is de samenhang tussen klimaatfactoren, zoals temperatuur en neerslag, en het voorkomen van de soorten in kaart gebracht. “Met die gegevens kunnen we vervolgens voorspellen welke gebieden in de toekomst vallen binnen het voor de soort geschikte klimaat”, legt onderzoeker Vincent Kalkman uit.
Op die manier is voor alle soorten berekend welke gebieden in 2070 en 2100 een voor die soort geschikt klimaat hebben. Hierbij is vooral gewerkt met het momenteel waarschijnlijke klimaatscenario (voor de kenners: SSP3‐7.0) met een temperatuurstijging van 2,8 tot 4,6 ℃ tegen het eind van deze eeuw. De uitkomsten lieten voor bijna alle soorten grote verschuivingen zien. Voor soorten afkomstig uit Afrika en tropisch Azië wordt een sterke toename voorspeld terwijl soorten uit de bergen in het noorden van het gebied sterk achteruit zullen gaan. De gevolgen wisselen sterk per regio.
Levant
In Turkije, de Levant en Iran is sprake van een duidelijke afname van biodiversiteit. In een aantal regio’s is sprake van een verwachte toename. Het gaat daarbij onder meer om de berggebieden in Noordoost-Turkije en het Afghaanse Hoogland. Deze gebieden hebben een lange koude winter en profiteren van het opwarmen van het klimaat. Opvallend is dat het warmste deel van de regio, de zuidelijke helft van het Arabisch Schiereiland, geen afname in diversiteit laat zien. In deze gebieden stijgt de temperatuur maar neemt ook de invloed van de moessonregens toe, wat voor de van waterbiotopen afhankelijke libellen gunstig uitpakt. De voorspelling is dat geen van de soorten, ook niet de soorten met een klein verspreidingsgebied en beperkt tot het Midden-Oosten en Centraal-Azië, gaat uitsterven.
Beperkingen
Het berekenen van de toekomstige verspreiding van soorten is een nuttig hulpmiddel bij het nadenken over hoe klimaatverandering de biodiversiteit gaat beïnvloeden. Bij de interpretatie moet wel rekening worden gehouden met de beperkingen van deze modellen. Zo weten we niet zeker of de soorten altijd in staat zijn om nieuwe gebieden te koloniseren. Ook houden de modellen geen rekening met verdere negatieve menselijke invloed. Zo zal in zuidelijk Turkije de negatieve invloed van klimaatverandering vermoedelijk versterkt worden door een verdere toename in vraag naar zoet water voor bewoners en toeristen. De combinatie van klimaatverandering en slecht beheer van zoetwaterbiotopen kan wel degelijk tot het uitsterven van soorten leiden.
Meer informatie
Tekst: Vincent Kalkman, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Robert Ketelaar (leadfoto: de libel de rode zonnewijzer (Trithemis arteriosa). Een van de 'Afrikaanse' soorten die sterk profiteren van klimaatverandering); Mohsen Kiany