“Insecten hebben nú onze hulp nodig in opwarmende wereld”
Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW)Deze boodschap komt uit het actuele wetenschappelijke artikel dat gisteren verscheen in Ecological Monographs, en is van zeventig onderzoekers uit negentien landen, geleid door het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Gelukkig geven ze ook oplossingen aan om insecten te helpen in een opwarmende wereld, compleet met managementstrategieën.
Ja, we hebben eerder gehoord over de achteruitgang van insecten. Maar nee, we hebben er niet veel aan gedaan om dit te stoppen op wereldwijde schaal. Klimaatverandering staat boven aan het to do-lijstje van onze maatschappij. Iets dat heel goed combineert met de COP27-klimaattop die nu in Egypte aan de gang is.
Langzame veranderingen plus extremen
“Klimaatverandering verergert andere milieuproblemen die door de mens veroorzaakt worden,” zegt hoogleraar Jeffrey Harvey van het NIOO-KNAW en de Vrije Universiteit. “Dit gaat dus ook over verlies van leefgebied en versnippering, verschillende vormen van vervuiling, overmatig oogsten en invasieve soorten.” Hij leidt een groot internationaal team van wetenschappers. Samen geven zij een overtuigend overzicht van de rol van klimaatverandering en klimaatextremen in het veroorzaken van problemen bij insecten.
Het wetenschappelijke artikel maakt onderdeel uit van de bekende serie Scientists’ Warning. “Insecten spelen een cruciale rol in zoveel ecosystemen, terwijl we in ieder geval een deel van hen snel aan het verliezen zijn,” verduidelijkt Harvey de urgentie. Dit lijkt vooral het geval te zijn in de gematigde streken. De onderzoekers benadrukken dat zowel lange-termijn veranderingen als korte-termijn extremen insecten op verschillende manieren kunnen deren.
“De geleidelijke toename van de oppervlaktetemperatuur van onze wereld heeft effecten op de fysiologie, het gedrag, de seizoensritmiek, de verspreiding en de interacties van insecten.” Harvey voegt nog toe: “Maar ook zien we dat steeds meer en langdurigere extreme weersomstandigheden hun sporen nalaten.” Hitte en koude, branden, droogte of juist overstromingen.
Het stapelt zich op
Het bewijs stapelt zich nu op, en dat staat allemaal in dit wetenschappelijke overzicht. Om een voorbeeld te geven: vlinders, fruitvliegen en bepaalde kevers kunnen wel hittegolven overleven, maar de mannetjes en vrouwtjes blijken daarna gesteriliseerd te zijn en kunnen zich niet meer voortplanten. Ze worden zo een soort ‘levende doden’. Ander voorbeeld. Hommels blijken in het bijzonder vatbaar te zijn voor hitte, en klimaatverandering is nu aangewezen als de hoofdoorzaak van de afname bij verschillende soorten in Noord-Amerika.
“Koudbloedige insecten horen bij de organismen die het zwaarst getroffen worden door klimaatverandering. Dat komt doordat hun lichaamstemperatuur en hun stofwisseling zo sterk gekoppeld zijn aan de omgevingstemperatuur,” zegt Harvey.
Een belangrijk punt van zorg bij de afname van insecten in een warmer wordende wereld is dat planten – waar insecten van afhankelijk zijn voor voedsel en schuilplaatsen – ook veranderingen doormaken door het klimaat. En als het aantal insecten vermindert, dan zie je dat uiteindelijk ook terug hogerop in de voedselketen. Dit merk je de afgelopen tientallen jaren al bij allerlei vogelsoorten.
Ondersteuning wereldeconomie
Denk aan bestuiving, plaagbestrijding, de kringloop van onmisbare voedingsstoffen en het afbreken van afval. Insecten staan voor de overweldigende bulk aan biodiversiteit op onze planeet én ze voeren diensten van levensbelang uit voor onze menselijke samenleving. Alles bij elkaar is dit miljarden en miljarden dollars waard voor de wereldeconomie. Dat is dus nog een extra reden om actie te ondernemen op de gevolgen van klimaatverandering. Harvey: “De bekende bioloog en mierenkenner Edward O. Wilson zei ooit: het zijn de kleine organismen die de wereld laten draaien. En dat is echt zo!”
“Insecten moeten hun levenswijze en hun verspreiding uiteindelijk aanpassen als de wereld opwarmt,” stelt Harvey. “Maar andere door mensen veroorzaakte problemen – zoals vernietiging van leefgebied, versnippering en bestrijdingsmiddelen – hinderen hun aanpassingsvermogen.”
Bovendien kunnen hittegolven en droogtes verdragende gevolgen hebben, waardoor insecten zich minder goed kunnen aanpassen aan de langzaam oplopende temperaturen. “Opwarming op verschillende tijdschalen levert verschillende soorten bedreigingen op voor insecten.”
Wat kunnen we doen?
Belangrijk is, dat de wetenschappers niet alleen de problemen beschrijven, maar dat ze ook een verzameling van oplossingen en beheerstrategieën aandragen. Dat kan helpen om de insecten te wapenen tegen klimaatverandering. Mensen kunnen bijvoorbeeld helpen door te zorgen voor veel verschillende soorten wilde planten, het bieden van voedsel en plekken waar ze extreem weer kunnen overleven. Ook het verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en andere chemicaliën scheelt een slok op een borrel. “Op een grotere schaal moeten we ook kijken naar oplossingen. Programma’s voor natuurherstel en rewilding moeten de ‘micro-maat’ niet vergeten binnen ecosystemen. Dat is waar je kleine dieren zoals insecten mee kunt behouden.”
“Insecten zijn sterke beestjes en we mogen blij zijn dat er nog ruimte is om onze fouten goed te maken,” vindt ecoloog Harvey. Maar de tijd raakt wel op. “We moeten echt snel beleid krijgen voor het stabiliseren van het wereldwijde klimaat. In de tussentijd kunnen we als overheden en als mensen zelf onze bijdrage leveren door steden en het platteland insectvriendelijker te maken.”
Meer informatie
- Het wetenschappelijke artikel Scientists’ warning on climate change and insects is op 7 november verschenen in Ecological Monographs
- De auteurs zijn: Jeffrey A. Harvey, Kévin Tougeron, Rieta Gols, Robin Heinen, Mariana Abarca, Paul K. Abram, Yves Basset, Matty Berg, Carol Boggs, Jacques Brodeur, Pedro Cardoso, Jetske G. de Boer, Geert De Snoo, Charl Deacon, Jane E. Dell, Nicolas Desneux, Michael E. Dillon, Grant A. Duffy, Lee A. Dyer, Jacintha Ellers, Anahí Espíndola, James Fordyce, Matt Forister, Caroline Fukushima, Matthew J. G. Gage, Carlos García-Robledo, Claire Gely, Mauro Gobbi, Caspar Hallmann, Thierry Hance, John Harte, Axel Hochkirch, Christian Hof, Ary Hoffmann, Joel Kingsolver, Greg Lamarre, William Laurance, Blas Lavandero, Cécile Le Lann, Simon Leather, Philipp Lehmann, Margarita M. López-Uribe, Chun-Sen Ma, Gang Ma, Joffrey Moiroux, Lucie Monticelli, Chris Nice, Paul J. Ode, Sylvain Pincebourde, William J. Ripple, Melissah Rowe, Michael Samways, Arnaud Sentis, Alisha A. Shah, Nigel Stork, John S. Terblanche, Madhav P. Thakur, Matthew Thomas, Jason M. Tylianakis, Joan Van Baaren, Martijn Van de Pol, Wim H. Van der Putten, Hans Van Dyck, Wilco C.E.P. Verberk, David Wagner, Wolfgang Weisser, William C. Wetzel, H. Arthur Woods, Kris A.G. Wyckhuys en Steven L. Chown
Tekst: NIOO-KNAW
Beeld: Tim Bekaert; Andrew Fisher, USFWS volunteer biologist; Rob Foster; Tibor Bukovinszky, NVWA Wageningen University & Research; NIOO-KNAW