Week van de grote vos
SoortenNLIn de meest recente vlinderatlas uit 2006 staat als status bij de grote vos: 'Zeldzame standvlinder, die acuut met verdwijnen bedreigd wordt'. En verder: 'Tussen 1950 en 1980 kwam hij in zeer kleine aantallen en vooral in Zuid-Limburg voor. Mogelijk is hij als standvlinder al verdwenen'. Dat is nu totaal anders. Inmiddels is de grote vos weer helemaal terug en niet hier en daar, maar echt op heel veel plekken verspreid door het land. Waarom de grote vos plotseling zo sterk vooruitgaat is niet helemaal zeker. Wel is duidelijk dat ze afkomstig zijn uit oostelijker streken. Als daar veel grote vossen zijn krijg je zwerfgedrag en komen ze ook onze kant op. Blijkbaar was dat het geval en de hier aangekomen vlinders vonden geschikte plekken om zich voort te planten. Klimaatverandering kan hier zeker een rol spelen, want door de opwarming wordt ons koude kikkerlandje en zeker de bosgebieden, net wat geschikter voor de grote vos. Ook het ouder worden van de bossen en het feit dat er veel vaker dan vroeger hout blijft liggen in het bos kunnen een rol spelen, want dat zijn de overwinteringsplekken.
De grote vos overwintert namelijk als ‘volwassen’ vlinder en kruipt weg tussen takkenbossen, houtstapels en andere beschutte plekken. In het vroege voorjaar komen ze tevoorschijn. Nadat ze een partner hebben gevonden en hebben gepaard, gaan de vrouwtjes op zoek naar waardplanten om eitjes op af te zetten. Dat doen ze op diverse loofbomen, zoals wilg en iep, maar ook fruitbomen worden wel gebruikt. Ze zetten de eitjes in groepjes bijeen af, zodat er ook meerdere rupsen, soms tientallen, bij elkaar zitten. De rupsen zijn van april tot in juni te vinden. De afgelopen twee jaar zijn er al op tientallen plekken rupsen gevonden. Vaak zitten deze ook hoog in de boom en dan worden ze maar zelden opgemerkt, dus er is zeker sprake van zeer regelmatige voortplanting, verspreid door het land. Nu, in juni, verpoppen de rupsen en in de zomer komt de nieuwe generatie tevoorschijn. Deze zomervlinders worden veel minder gezien dan de voorjaarsvlinders. Waarschijnlijk gaan ze vrijwel direct in zomerrust en daarna in winterslaap. Pas het volgende voorjaar komen ze weer tevoorschijn.
Vanaf maart worden de grote vossen actief en dan zijn ze vrij opvallend. Je ziet ze regelmatig op boomstammen of andere min of meer kale plekken zitten. Ook drinkend op de eerste bloeiende wilgen worden ze wel gezien. Ze zijn in het voorjaar redelijk honkvast en kunnen dagen achtereen op min of meer dezelfde plek worden aangetroffen.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van de… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Tekst en foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting en SoortenNL
Kaarten: NDFF