25 jaar paddenstoelenmeetnetten
Nederlandse Mycologische VerenigingDe paddenstoelenmeetnetten maken onderdeel uit van het Netwerk Ecologische Monitoring, waarin duizenden vrijwilligers samenwerken om van alle soortgroepen gegevens te verzamelen. Hierdoor is het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) in staat om trends te bepalen waarmee de staat van Nederlandse natuur gevolgd wordt, ten behoeve van het natuurbeleid. Het ochtendprogramma van het symposium stond geheel in het teken van de paddenstoelenmeetnetten.
Honderden vrijwilligers op pad in bos, moeras en duin
Honderden vrijwilligers hebben in 25 jaar bijgedragen aan de monitoring van paddenstoelen in de paddenstoelenmeetnetten in bossen (sinds 1998), moerassen en venen (sinds 2016), en de zeereep (sinds 2014). Het monitoren van paddenstoelen en het berekenen van betrouwbare trends is geen gemakkelijke opgave, maar het CBS heeft in samenwerking met de organisatoren van de meetnetten goede methodes gevonden om met voor paddenstoelen typische processen als goede en slechte (droge) paddenstoelenjaren om te gaan. Het CBS heeft op deze dag de eerste voorlopige trends van het veelbelovende meetnet zeereep laten zien. Door dit meetnet dat de buitenste duinen monitort, hebben we afgelopen jaren een goed beeld gekregen van de rijke paddenstoelenflora in dit voorheen weinig bezochte milieu. Deze eerste gegevens laten zien dat het met de paddenstoelen in de zeereep goed gaat.
Stikstofgevoelige soorten gaan opnieuw achteruit
Uit de jarenlange monitoring van bossen en lanen op de zandgronden is gebleken dat paddenstoelen betrouwbare en snel reagerende indicatoren zijn voor veranderingen in milieukwaliteit. Het gaat daarbij om ectomycorrhizasoorten: deze samenlevers met bomen krijgen koolhydraten (suikers) van de boom in ruil voor water en nutriënten uit de bodem. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zijn met name stikstofgevoelige soorten achteruitgegaan ten gevolge van vermesting en de daardoor veroorzaakte verzuring van ons milieu. Na een dieptepunt in de jaren tachtig vertoonde deze groep een gedeeltelijk herstel in de laatste jaren van de vorige eeuw en het eerste decennium van deze eeuw. Deze opleving wordt grotendeels toegeschreven aan de maatregelen die genomen zijn om de stikstofdepositie te verminderen. Afgelopen tien jaar gaat het weer slechter met deze groep soorten, doordat de afname in stikstofdepositie tot staan is gebracht en de vaker optredende droogteperioden in zomer en herfst. Zie voor een uitgebreid verslag hierover dit bericht dat eerder op Nature Today verscheen.
Directe en indirecte invloed stikstof
Het verband tussen stikstofdepositie en achteruitgang van de meeste ectomycorrhizavormende paddenstoelen is in vele studies ook wetenschappelijk bevestigd. Het mechanisme achter dit verband loopt indirect via de boom: bij meer stikstof investeert een boom meer in bovengrondse delen en minder in wortels, daardoor worden minder koolhydraten aan mycorrhizapaddenstoelen aangeboden. En ook direct via de bodem: mycorrhizapaddenstoelen zijn gevoelig voor stikstof en hun relatieve gevoeligheid hangt af van hun fysiologie. Bij stikstofgevoelige soorten neemt de omvang van de ondergrondse schimmeldraden af, waardoor ze minder vitaal worden en uiteindelijk verdwijnen.
Beide mechanismen zijn van belang, al lijkt het effect via de bodem groter. Dit kan tot gevolg hebben dat bij afname van stikstofdepositie het herstel beperkt is doordat er een grote hoeveelheid stikstof opgehoopt zit in de bodem. Hierover gaf Thom Kuyper afgelopen jaar een lezing, waarvan de opname terug te kijken is. Bomen die samenleven met deze paddenstoelen worden ook getroffen, en daarmee de talloze organismen die van hen afhankelijk zijn. Ze krijgen te maken met een onbalans in voedingsstoffen, waardoor bijvoorbeeld het blad minder voedingswaarde heeft voor insectenlarven, en een verminderde wateropname. Dit laatste leidt tot droogteschade tijdens zeer droge en warme zomers.
Meer informatie
- Voor alle drie de paddenstoelenmeetnetten kunnen nieuwe tellers zich aanmelden. Informatie hierover vindt u op de website van de NMV
Tekst: Alfons Vaessen en Inge Somhorst, Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto’s: Henk Huijser (leadfoto: Kaal veenmosklokje, typische soort uit het meetnet moerassen en venen); CBS