Nederlandse grutto's hebben een 'gifstoffen-cocktail' in hun lever
Naturalis Biodiversity CenterOnderzoekers hebben gekeken hoeveel en welke giftige stoffen er in de levers van Nederlandse grutto's zitten. Wat blijkt? Nederlandse grutto's worden geconfronteerd met een brede mix van chemische gifstoffen.
Broedparen
De grutto (Limosa limosa), is de nationale vogel van Nederland. Buiten Nederland komt deze soort ook voor in vochtige graslanden van West- en Midden-Europa. Helaas is het aantal Nederlandse grutto's de afgelopen vijftig jaar met maar liefst 75 procent gedaald. De soort heeft momenteel minder dan 30.000 broedparen in Nederland. "Deze populatie is zo belangrijk", zegt de studieleider en ecotoxicoloog Paola Movalli van Naturalis Biodiversity Center. "Deze broedparen vormen nog altijd maar liefst 85 procent van de totale populatie van de soort."
Habitat van de grutto
De grote afname van het aantal grutto's in Nederland gaat gepaard met een groot verlies van hun leefgebied bestaande uit vochtige, kruidenrijke weilanden, die door de intensivering van de landbouw steeds zeldzamer worden. Bij intensivering gaat het om drainage, het planten van één of twee grassoorten en het aanbrengen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Hierdoor zijn er nauwelijks kruiden en insecten te vinden op deze graslanden. Daarnaast verstoort maaien in het voorjaar de broedvogels. Door deze veranderingen hebben grutto's steeds minder geschikte broedruimte.
Volwassen grutto's voeden zich voornamelijk met regenwormen en larven van langpootmuggen, terwijl hun jonge kuikens zich voeden met insecten. "Al dit voedsel is te vinden in onze vochtige, kruidenrijke weilanden, die dus de ideale habitat vormen voor de grutto. Helaas is slechts zo'n 20 procent van de bestudeerde weilanden in Zuidwest-Friesland rijk aan kruiden, wat nog te weinig is om een herstel van de gruttopopulatie mogelijk te maken", legt Movalli uit.
Schadelijke stoffen in gruttolevers
Een onderzoeksteam bestaande uit ecoloog Theunis Piersma van de Rijksuniversiteit Groningen, analytisch chemici van de Universiteit van Athene en Milieu-instituut Slowakije en Movalli onderzochten de levers van elf volwassen grutto's, die bij ongelukken dood werden aangetroffen. De grutto's kwamen uit Zuidwest-Friesland en werden door het team getest op de aanwezigheid van bijna 100.000 verschillende chemicaliën.
Wat hebben ze gevonden? In de bestudeerde gruttolevers vond het team in totaal 49 schadelijke stoffen. Dit zijn onder meer industriële chemicaliën (waaronder PFAS - de zogenaamde 'forever chemicals' - evenals producten voor persoonlijke verzorging), PCB's (die enkele decennia geleden werden verboden) en ook zogenaamde 'transformatieproducten' (chemicaliën die zijn omgezet in verwante stoffen, die vaak giftig zijn nadat ze in het milieu zijn terechtgekomen). Los van elkaar, als 'giftige cocktail' en samen met andere stressoren kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor grutto's. Hoewel de chemicaliën dus niet direct dodelijk zijn voor volwassen grutto's, zou het de overleving van kuikens negatief kunnen beïnvloeden. Het is de verminderde overlevingskans van jonge vogels die er namelijk voor zorgt dat de gruttopopulatie nu keldert.
"Het is zorgwekkend dat grutto’s zoveel schadelijke stoffen tot zich nemen - niet alleen landbouwbestrijdingsmiddelen, maar ook veel industriële chemicaliën en medicijnen voor mens en dier", zegt Movalli. "We hebben verder onderzoek nodig om beter te begrijpen hoe en waar grutto's worden blootgesteld aan deze stoffen, hoe het hun gezondheid beïnvloedt, en of de effecten op kuikens inderdaad bijdragen aan de achteruitgang van deze soort."
Movalli pleit er ook voor om kennis over schadelijke stoffen in dieren in het wild toe te passen op wettelijke chemische risicobeoordelingen in de toekomst. "Op basis van dergelijke risicobeoordelingen kunnen uiteindelijk maatregelen worden genomen om dieren, en dus ook ons als mens, te beschermen."
Meer informatie
- Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Chemosphere en is online te lezen via deze link.
Tekst: Valerie Andela, Naturalis Biodiversity Center
Foto’s: Astrid Kant; Krijn Trimbos