Natuurjournaal 30 maart 2023

Ook in het vroege voorjaar kan je paddenstoelen vinden. De rode kelkzwam, of ook wel rode bekerzwam, is daar een van. Er zijn twee soorten, maar die lijken zóveel op elkaar dat je voor het onderscheid een microscoop nodig hebt. Je kan ze door heel Nederland vinden in het mos van oud verrot hout, maar ook op de bosbodem op voedselrijke grond. De bekers worden vijf tot zes centimeter groot. Zo zeldzaam als ze vroeger waren, zijn ze tegenwoordig niet meer. Reden om nóg beter de bosgrond te bestuderen. De felrode kleur is onmiskenbaar.

Nog een voorjaarszwam, de grote houtbekerzwam. Deze komt voor op rottend loofhout, onder andere dat van populier. Het zijn over het algemeen flinke zwammen. Ze zijn vrij algemeen en nu te vinden. Het leuke van bekerzwammen is dat je je afvraagt hoe ze hun sporen kwijtraken. Het sporenvormend vlies zit in de beker, dus hoe doen ze dat? Ze laten ze niet zomaar de beker inrollen, maar ze schieten ze eruit! Dat gaat met grote krachten gepaard waarbij de sporen tientallen centimeters verderop terechtkomen. Als je geluk hebt dan kan je het bij licht aanraken zelfs zien, dan komt er een wolkje sporen uitgevlogen.

Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN