Wimmenummerduinen, ten noorden van Egmond aan Zee

Bijzondere soortenrijkdom in het Noordhollands Duinreservaat

PWN
13-MRT-2023 - Onderzoekers ontdekten in 2022 een onverwachte rijkdom aan kwalificerende- en Rode-Lijstsoorten in het Noord-Hollands Duinreservaat tussen Bergen en Egmond. Kwalificerende soorten zijn indicatoren voor een hoge kwaliteit duinflora. Boswachter Wouter Bol: "De uitslag van de kartering is een mooie bevestiging van mijn vermoeden van de rijkdom van de plantensoorten in dit deel van het duingebied."

Planten die veel voorkomen in het duingebied tussen Egmond aan Zee en Bergen aan Zee zijn driedistel, echt bitterkruid, walstrobremraap, gewone vleugeltjesbloem, duinviooltje, grote tijm, lathyruswikke, gewone agrimonie rond wintergroen en kleine bevernel. Boswachter Wouter Bol: "Het verrast mij dat de soortenrijkdom zo hoog is. Ik wist van bijna alle aangetroffen soorten dat deze aanwezig zijn in het onderzochte gebied, maar de dichtheid waarin ze zijn aangetroffen is dus echt uniek!” 

“Daarnaast kwamen er een aantal soorten tevoorschijn die ik zelf nog niet was tegengekomen, zoals slanke waterbies, een soort die in natte duinvalleien voor kan komen. Ook viel het mij op dat er nog veel groeiplekken zijn van het landelijk zeldzame zandviooltje, ondanks dat de voor betreding gevoelige plant voorkomt op plekken waar veel grote grazers lopen”, aldus boswachter Bol.

Veldgentiaan

Harlekijn

Ook zijn er in het duingebied populaties van zeldzame tot zeer zeldzame duinplanten 
aangetroffen, zoals veldgentiaan, parnassia, bonte paardenstaart, moeraswespenorchis, harlekijn, bokkenorchis, bijenorchis, rozenkransje (grootste populatie van Nederland), klein wintergroen, oranjegele paardenbloem, stofzaad, kleine steentijm, gegroefde veldsla en de bijzondere mossen bossig kronkelsteeltje en rozetmos. 

Rozenkransje

In 2022 karteerde het onderzoeksbureau van der Goes en Groot het gebied tussen Bergen aan Zee en Egmond aan Zee in opdracht van PWN. Een kartering is een gebiedsdekkend onderzoek waarin je een soortgroep (in dit geval planten) volledig inventariseert aan de hand van een vooraf opgestelde soortenlijst. Dit is een gebied van ruim duizend hectare dat voor het overgrote gedeelte wordt begraasd door Exmoor pony’s en Schotse hooglanders. Het terrein ligt in het overgangsgebied tussen kalkrijk duinzand ten zuiden van Egmond aan Zee en kalkarm zand ten noorden van Bergen aan Zee. 

Bijzondere begroeiing 

De zeereep is hier redelijk dynamisch: er zijn overal stuifplekken. Er is daarnaast één grote verstuiving, waar zand tot ver in het gebied wordt geblazen. De begroeiing bestaat uit helmgras met aan de lijzijde vaak duindoorn- of kruipwilgstruwelen. Hierachter liggen uitgestrekte duingraslanden, waarin duinroos de dominante soort is. In het zuiden is dit de kalkrijke variant van de graslanden, in het noorden de kalkarme met veel korstmossen. Door de grote en hoge duinruggen zijn verspreid over dit deelgebied ook veel soortenrijke noordhellingen te vinden. In de lagere delen zijn natte en vochtige duinvalleien te vinden, vooral in het westen achter de zeereep.  

Lage struwelen van zomereik nemen oostwaarts steeds meer toe en vormen uiteindelijk een brede zone loofbos aan de oostgrens. Hier liggen ook aangeplante naaldbossen met zwarte den. Tussen de eikenbossen in het noorden liggen heidevelden met vooral struikhei. Rond Egmond aan Zee ligt het zeedorpenlandschap: een rijke schakering van akkers, duingraslanden, recreatiewoningen en paden geeft zeer afwisselde milieucondities. Hier vind je een zeer soortenrijke begroeiing van vooral kalkminnende soorten.    

Kalkarme rand van stuifkuil met zandblauwtje

Geen bos, wel dynamiek in Wimmenummerduinen

Er zijn verschillende redenen voor soortenrijkdom  

In dit gebied komen delen voor met kalkrijk en kalkarm zand, waardoor soorten die gebonden zijn aan beide bodemtypen hier voor kunnen komen. Daarnaast staat er relatief weinig bos in dit duingebied. Dit komt onder meer doordat de familie die het zuidelijke deel van dit gebied beheerde, bekend als de Wimmenummerduinen, een lange periode heeft gebruikt als jachtterrein. Hierdoor vond er weinig tot geen bosaanplant plaats.

Een andere reden voor de soortenrijkdom is dat dit deel van de duinen twee decennia geleden erg aan het vergrassen was door stikstofneerslag en het verdwijnen van konijnen. Daarom is gebiedsbeheerder PWN overgegaan op begrazing met exmoorpony's en Schotse Hooglanders. De graasdruk is een aantal jaar erg hoog geweest, waardoor de duinen weer kaler werden. Daarnaast trapten de dieren de grond op veel plekken open. Mede dankzij het feit dat er in dit gebied erg reliëfrijke duinen zijn, kwam op grote schaal dynamiek in het landschap terug. Dit wil zeggen dat er veel open plekken zijn en het zand uit deze plekken door het duin wordt verspreid. Deze dynamiek van stuifkuilen en het ontstaan van een kerf in de zeereep, zorgt voor overpoedering van kalkrijk- en kalkarm zand (door de wind opgestoven zand). Dat komt de bijzondere soorten van het duin ten goede. 

Tot slot heeft ook het zeedorpenlandschap een positief effect op de aanwezige soorten. Door de vermenging van lichte bemesting en aanwezigheid van kalkrijk zand is een leefomgeving ontstaan die voor diverse duinsoorten zoals nachtsilene, kegelsilene, oorsilene en bitterkruidbremraap erg geschikt is. 

Zo gaat een karteringsonderzoek 

Zeereep met blauwe zeedistel

Over een periode van zes jaar laat PWN zijn duingebieden karteren op flora. Dit gebeurt in zes rondes, omdat het terrein met ruim 7500 hectare (15.000 voetbalvelden groot) te groot is om in één keer te onderzoeken. Tijdens de kartering worden alle groeiplaatsen per kwart hectare van soorten die een indicatie geven van de kwaliteit van de gebieden genoteerd, waaronder soorten uit de Rode Lijst, SNL-kwalificerende, N2000-typische en kenmerkende soorten voor het duingebied. Ook worden de invasieve exoten meegenomen. Elke groeiplaats krijgt een code en er wordt een inschatting gemaakt om hoeveel planten van de betreffende soort het gaat. PWN laat de kartering uitvoeren in het kader van Natura 2000 en de eigen beheerevaluatie. In andere duingebieden worden, via SNL-subsidies, vergelijkbare karteringen gedaan. Hierdoor zijn de gegevens vergelijkbaar. 

Vergelijking met andere duingebieden 

Het verschil in soortenrijkdom in het in 2022 gekarteerde deel van Noordhollands Duinreservaat vergeleken met andere duingebieden is goed te zien aan de hand van onderstaande kaartjes. Hierop zie je het gebied ten noorden van Bergen aan Zee en de Kennemerduinen, ten zuiden van het Noordzeekanaal. Ook deze gebieden hebben relatief goed functionerende duinecosystemen en staan te boek als soortenrijk. Op de kaarten is zichtbaar dat aantal hectare waar veel kwalificerende- en rode lijstsoorten voorkomen op het terrein van Bergen-Egmond veel hoger is dan dat van de andere duingebieden. Er was zelfs een nieuwe categorie nodig om de soortenrijkdom weer te kunnen geven (21-30 soorten).

Kartering van Bergen tot Egmond

 Kartering van de Kennemerduinen

Kartering in Bergen-Noord

Tekst: Wouter Bol, PWN & Bernard Oosterbaan, Van der Goes en Groot
Foto's: PWN