grote weerschijnvlinder - primair

Week van de grote weerschijnvlinder

SoortenNL
20-FEB-2023 - We hebben te maken met een sterke achteruitgang van de biodiversiteit en van insecten. Ons intensieve landgebruik laat weinig ruimte voor goede voortplantingsgebieden voor planten en dieren. Toch zijn er ook soorten die zich uitbreiden en die nu meer voorkomen dan dertig tot veertig jaar geleden. Nu is het de week van de grote weerschijnvlinder, een van die in verspreiding toenemende vlinders.

Grote weerschijnvlinder, een mannetje met die prachtige blauwe glansDe grote weerschijnvlinder kwam rond 1990 alleen voor in oude vochtige loofbossen, vaak landgoederen, in Brabant, de Achterhoek en Twente. Maar sinds een jaar of dertig is de soort aan een ware opmars bezig. Hij komt veel voor in de laagveengebieden en in de steeds ouder wordende bossen in Flevoland. Ook in de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe duikt de soort steeds vaker op. Deze nieuwe leefgebieden worden geschikter door het ouder worden van het bos, maar ook klimaatverandering zal vast en zeker een rol spelen. De grote weerschijnvlinder kan de nieuwe geschikte leefgebieden bereiken, want ze kunnen ver vliegen, ook buiten het bos. Zo was er een melding vanaf Rottummeroog in de Waddenzee. De naam heeft de weerschijnvlinder te danken aan de kleur op de bovenkant van de vleugels van de mannetjes. Deze zijn bruin met een brede witte baan, maar als de zon er op een bepaalde manier op schijnt, kan die kleur veranderen in prachtig felblauw. Een spectaculair gezicht.

Verspreiding grote weerschijnvlinder 1980-1995 en 2008-2022

Hilltopping

Op de vliegplaatsen is de dichtheid aan vlinders niet groot. Er zijn in een bos altijd maar een beperkt aantal vlinders aanwezig en dat zorgt ervoor dat vrouwtjes en mannetjes elkaar niet zomaar snel vinden. Dat is wel van belang om voldoende tijd over te houden om de eitjes af te zetten. Gelukkig hebben ze daar wat op gevonden. De mannetjes uit een gebied verzamelen zich bij een hoge en opvallende boom, die uitsteekt boven de andere bomen of solitair staat. Vaak gaat het in deze bossen om een grote eik. Vrouwtjes die uit de pop kruipen, vliegen niet zomaar wat in het wilde weg in de hoop een mannetje tegen te komen. Ze vliegen juist gericht op de ontmoetingsboom af en vinden daar snel een paringsbereid mannetje - deze manier waarop mogelijke partners elkaar kunnen vinden wordt hilltopping genoemd. Na de paring gaan ze weg van die boom, want daar worden ze continue gestalkt door andere mannetjes. Ze gaan terug naar het bos om geschikte wilgen te vinden om hun eitjes op af te zetten.

Rupsen op wilg

Vraatsporen van de grote weerschijnvlinderrups, inzetje de rupsDe rupsen zijn gespecialiseerd op wilg. Vooral boswilg is in trek, maar ook grauwe wilg wordt wel gebruikt. Deze breedbladige wilgen moeten in de bosrand staan, niet helemaal in de zon en ook niet helemaal in de diepe schaduw. De eitjes worden op de zonnigste momenten van de dag hoog in de bomen op beschaduwde bladeren afgezet. Dat moet niet alleen een warm plekje zijn, ook moet de luchtvochtigheid er hoog zijn. Daarom staan geschikte bomen op zonnige, beschutte plaatsen. Zij zetten de eitjes afzonderlijk af op de bovenkant van oude blaadjes in vier tot vijf meter hoge wilgen. Dit is vooral het geval bij kleine inhammen langs brede bospaden en bij luw gelegen bosranden. De jonge rups eet op een karakteristieke manier van het blad aan beide zijden van de hoofdnerf. Hij rust parallel aan de middennerf met de kop in de richting van het steeltje. Begin november verkleurt de rups van groen naar bruin en overwintert in de vork van twijgen of in groeven tussen schors van de waardboom. Afhankelijk van het weer, begint de rups tussen eind maart en begin mei weer te eten. Hij kleurt dan opnieuw groen en verpopt zich later hoog in de boom.

Zweet, aas, poep en meer smerigs

De grote weerschijnvlinder brengt een groot deel van zijn leven door in de boomtoppen. Mannetjes komen wel naar beneden om op de grond op zoek te gaan naar zouten. Zo kun je ze aantreffen op de uitwerpselen van vossen of andere dieren. Met zijn roltong zit hij in de poep om daaruit zouten te halen, die hij bij de paring meegeeft aan vrouwtjes. Maar ook op het aas van dode dieren kun je ze tegenkomen. De vlindervangers vroeger gebruikten wel Limburgse kaas om weerschijnvlinders te verzamelen. Dit is een heerlijk stinkende kaas. Als je die in de ochtend op een bospad legde waar de weerschijnvlinder voorkwam, had je dikke kans er om een uur of tien à elf eentje op te zien zitten. Met zijn roltong in de kaas. De weerschijnvlinder is ook bekend om zijn voorkeur voor zweet. Ook daar komen ze op af om de zouten die erin zitten. Menigeen heeft zich al laten fotograferen met een likkende weerschijnvlinder op zijn of haar arm. Een heel leuke ervaring natuurlijk, maar je weet niet waar de vlinder voordat hij de arm ontdekte mogelijk op heeft gezeten 😊.

Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van de… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid.

Vlindervlucht: Flevoland

Dit jaar bestaat De Vlinderstichting veertig jaar en we houden een vlindervlucht door Nederland. Iedere maand bezoeken we een provincie en voor februari is dat Flevoland. Op 28 februari zijn we in de orchideenhoeve in Luttelgeest. In deze vlinderkas vliegen buitenlandse vlinders. Deze zijn heel goed te bekijken en fotograferen. In een lezing zal worden ingegaan op de vlinders en libellen die we in Flevoland kunnen tegenkomen. De grote weerschijnvlinder komt daar natuurlijk uitgebreid aan de orde, want Flevoland is een van de bolwerken voor deze vlinder geworden. Ook zijn er kinderactiviteiten. Kijk hier voor meer informatie.

Tekst: Kars Veling, De Vlinderstichting en SoortenNL
Foto’s: Chris van Swaay; Dick Noordhof; Kars Veling
Kaartjes: Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)