Klein hoefblad

Natuur op de stoep: klein hoefblad

Hortus botanicus Leiden
19-FEB-2023 - Klein hoefblad bloeit, je las het wellicht al in het Nature Today-Natuurjournaal van 11 februari dit jaar. Het is een mooie gele vroegbloeier en tevens naaktbloeier. De bloemhoofdjes lijken op het eerste gezicht op die van de paardenbloem, maar bij nader inzien zijn ze echt anders. De bladeren van klein en groot hoefblad hebben dezelfde vorm, maar er zijn ook verschillen.

Klein hoefblad op de stoep

Midden op de stoep vind je klein hoefblad zelden, maar wel ernaast. Vooral vroeger werd deze plant tegen hoest gebruikt. Met in zachte winters soms al eind januari de eerste bloemen en in koudere pas begin maart, is klein hoefblad (Tussilago farfara), een van onze eerste lentebodes. Zoals bij vogelaars de eerste zwaluw de harten beroert, doen de eerste bloemen van klein hoefblad dat bij de plantenliefhebbers. Bij hen doet een klein bosje klein hoefblad het heel goed als (verlaat) valentijnscadeau - als er tenminste meer dan genoeg staat.

Naaktbloeier

De lieftallige gele bloemhoofdjes staan op bloemstengels met bladachtige schubjes, maar ze hebben geen echte bladeren. De bladeren verschijnen pas nadat de bloemen zijn uitgebloeid. Planten waarvan de bladeren na de bloemen verschijnen, worden met een mooie naam naaktbloeiers genoemd. Herfsttijloos, sleedoorn, gele kornoelje en hazelaar zijn andere voorbeelden van naaktbloeiers.

Geen paardenbloem

Gedroogd klein hoefbladVeel mensen zullen bij het zien van de bloemen van het klein hoefblad denken dat ze een paardenbloem voor zich hebben. Maar kijk eens goed naar het bloemhoofdje. Bij het klein hoefblad zie je in het midden van het bloemhoofdje buisbloempjes en aan de randen veel smalle lintbloempjes. De paardenbloem heeft geen buisbloemen, alleen – bredere - lintbloemen. Bovendien is de bloemsteel geheel kaal en heeft hij tegelijkertijd bloemen en bladeren, paardenbloem is dus geen naaktbloeier. De uitbundige hoofdbloei van de paardenbloem is in april, al kan je deze bloemen het hele jaar door zien.

Volg dezelfde bloemsteel van het klein hoefblad eens een paar dagen achtereen. Hij is heel beweeglijk. Hij knikt sierlijk naar beneden voordat de bloemen opengaan, richt zich op als de bloemen gaan bloeien en knikt weer terug als de bloemen uitgebloeid zijn. Als de vruchten rijp zijn richt de bloemsteel zich weer op, de wind kan het vruchtpluis dan goed verspreiden.

Klein en groot hoefblad

In Nederland groeien in het wild klein en groot hoefblad (Petasites hybridus). De bloemhoofdjes van de twee verschillende soorten lijken niet op elkaar, de bladeren wel. Ook groot hoefblad is een naaktbloeier. Als je naast de bladeren de uitgebloeide bloemen nog ziet, is het gemakkelijk de twee soorten uit elkaar te houden. Als je geen uitgebloeide bloemen meer ziet, wordt het lastiger. Naar de naam te oordelen verwacht je dat groot hoefblad duidelijk grotere bladeren heeft dan klein hoefblad. Het is echter niet altijd zo eenvoudig. Inderdaad, groot hoefblad krijgt grote bladeren, soms tot wel een halve meter groot. Maar klein hoefblad heeft soms ook grote bladeren, tot wel dertig centimeter groot. Grote bladeren van klein hoefblad kunnen groter zijn dan die van een kleiner uitgevallen exemplaar van groot hoefblad. Hoe kun je de soorten dan van elkaar onderscheiden?

Vruchtpluis van het klein hoefblad

Kiemplant klein hoefblad

De bedekking van de bladeren kan ons redden. Beide soorten hebben viltige beharing aan de onderkant van het blad. Klein hoefblad heeft, als enige, dunnere spinnenwebachtige beharing aan de bovenkant van het blad. Maar… om het toch weer moeilijker te maken, verliezen de bladeren van het klein hoefblad bij het ouder worden geleidelijk die beharing aan de bovenkant. Geen nood, er zijn nog meer verschillen tussen de bladeren van deze twee soorten. Kijk maar eens in plantenboekjes of op het internet.

Cultuurvolger

Klein hoefblad

Klein hoefblad is een zogenaamde cultuurvolger. Overal waar de mens in de grond rommelt, kan hij tevoorschijn komen. Het is een echte pioniersoort, die lang overleeft dankzij zijn lange, stevige, overblijvende wortelstokken. Van veel betreden stoepen houdt hij niet. Stoepranden, bouwterreinen, bermen, langs muren en zelfs op muren, daar groeit hij graag.
De wetenschappelijke naam van klein hoefblad geeft aan dat vroeger – en ook nu nog wel – een geneeskrachtige werking aan de plant werd toegekend. Tussilago is afgeleid van de Latijnse woorden tussis (hoest) en agere (verdrijven). De bladeren werden toegepast als verzachting bij hoest.
Op internet staan veel recepten voor medicinaal gebruik van deze plant. Hij bevat naast voor ons nuttige stoffen ook alkaloïden, dus inwendig gebruik is af te raden. Overgeleverd wordt dat de Romeinen de plant in pijpjes rookten als genotsmiddel. Interessant, maar ook roken heeft zijn bezwaren.
Als je houdt van experimenteren met planten is verreweg de veiligste oplossing de bladeren en bloemen van klein hoefblad te gebruiken als verfstof. Ze schijnen een mooie geelgroene kleur te geven. Maar het beste is natuurlijk ze te laten staan voor kleine bezoekers.

Naam

Over de betekenis van de naam hoefblad doen twee varianten de ronde. De minst algemene is dat de naam hoefblad een verbastering is van ‘hoestblad’. De plant was bekend om zijn geneeskrachtige werking, vooral bij hoesten. 
De meer algemene verklaring lijkt voor de hand liggend, maar misschien is die toch wat anders. Dit lees je in dit natuurverhaal over hoefblad.

Meer informatie

Tekst: Ton Gordijn, Hortus botanicus Leiden
Foto's: André Biemans; Hanneke Jelles; Hanneke Waller