Aaltense boeren gaan natuur beheren: een gesprek over draagvlak en noaberschap
Provincie GelderlandLang geleden was het hier bij Aalten nog erg nat. Inmiddels is het gebied sterk verdroogd – behalve bij piekbuien, als regenwater vanuit de hooggelegen zandgronden bij Aalten met grote snelheid naar het laagste punt stroomt. Waterschap Rijn en IJssel en provincie Gelderland gingen op zoek naar een geschikte plek om piekwater te parkeren, maar ook langer vast te houden. Een jarenlange zoektocht volgde. Tot er eindelijk een plan was waarin alle betrokkenen zich kunnen vinden: boeren en buren, natuurclubs, gemeenten, waterschap en provincie.
De keuze viel op de dertig hectare boerenland: ‘t Engeveld. Er werden duikers aangelegd om piekwater in te laten. Met compartimenten blijft voedselrijk slib (ongewenst voor natuur) op één plek. Sloten werden gedempt om water langer vast te houden – daarvan profiteert ook het naastgelegen natuurgebied het Aaltense Goor. Het Gelders Natuurnetwerk krijgt er kruiden- en faunarijk grasland, vochtig hooiland en 3 kilometer struweel bij. Voor wandelaars en ruiters zijn er nieuwe paden. Afgelopen december werden de percelen overgedragen aan stichting ’t Engeveld, een stichting van zeven lokale boeren die het beheer gaan voeren. Een terug- en vooruitblik met vijf betrokkenen.
"Wat je bedenkt met je boerenverstand"
Henri van Eerden, jongveeopfokker: “Wij dachten: laten we de dingen doen op de juiste plek. Droge grond naar de boeren en natte grond naar de natuur. Maar zo makkelijk schuiven met percelen, dat gaat dus niet. Dat frustreert wel, als je met je nuchtere boerenverstand een oplossing hebt waar iedereen eerst enthousiast over lijkt. Soms moet je water bij de wijn doen, dat heb ik wel geleerd. Uiteindelijk moet je toch samen die deur door. We wilden graag laten zien dat we het zelf als gemeenschap kunnen. Daarom zijn we al die jaren aan tafel blijven zitten. Nu hebben we echt een lokaal plan. We willen eerst als stichting het beheer in de vingers krijgen, maar wie wil, kan straks meewerken. Dit is echt noaberschap."
"We genieten van de grutto’s, maar vooral van alle andere mensen die ervan genieten"
Melkveehouder Maarten Uenk: “Twaalf jaar geleden zat ik er niet direct op te wachten om zelf natuurbeheer te gaan doen, maar de tijd verandert. We gaan het gebied hooien: dichterbij kun je je gras niet halen, die kringloop is mooi. Als de kwaliteit niet optimaal is, dan maken we er gewoon compost van. Het beheer hoeft niet ingewikkeld te zijn, zolang we het niet uit de hand laten lopen. Maaien zijn we gewend en we beheren al veel houtwallen, dus ook het struweel is geen probleem. We willen het nu natuurlijk beter gaan doen dan Staatsbosbeheer! We genieten van de natuurontwikkeling, de eerste grutto’s die weer zijn teruggekeerd, maar nog meer van al die andere mensen die ervan genieten.”
"Mensen vertrouwen elkaar en zijn betrokken: er is geen bank aan te pas gekomen”
Gerard Nijland, onafhankelijk voorzitter van de stichting: “Vertrouwen is heel belangrijk. Met een nieuwe rol voor boeren en overheid is dat vertrouwen even aftasten. Met zeven agrariërs zorgen we nu voor een plan met draagvlak. Er is geen bank aan te pas gekomen, alles is gefinancierd met lokaal geld. Mensen vertrouwen elkaar en zijn betrokken. Lokaal werkt. Niet voor niets is iedereen hier vrijwilliger bij een voetbalclub. Stel dat elke club De Graafschap had geheten? Dan was die betrokkenheid veel minder geweest."
"Als lokale beheerders zich trots gaan voelen, krijgen natuur- en waterbeheer meer draagvlak"
Ronald Broekhuizen, projectleider namens waterschap Rijn en IJssel: “De waterstand fluctueert nu al sterk. Het staat helemaal blank. In de loop van het jaar zakt het ver onderuit, tot meer dan een meter. Al met al blijft het langer nat, daarvan gaan we in droge zomers allemaal profiteren.
We hebben een gezamenlijk beheerplan met de boeren en gaan als waterschap de ontwikkelingen natuurlijk volgen, maar het is ook belangrijk om los te laten: anders krijgen de boeren geen ruimte om het in de vingers te krijgen. We zijn het nog niet zo gewend om met lokale beheerders te werken. Ik ben er wel positief over: we hopen dat beheerders zich verantwoordelijk en trots gaan voelen. Natuur- en waterbeheer krijgt dan meer draagvlak."
"Een beheerder moet zijn terrein echt goed kennen”
Joris Ernst, landschapsecoloog provincie Gelderland: “De boeren doen het beheer nu al een paar jaar voor de provincie. Elk jaar hebben we samen gekeken: hoe gaan we het doen, wie en wanneer, en met welk materieel? Maar er is ook gekeken waar insectenstroken konden blijven staan. Een goede beheerder kent zijn terrein en komt er vaak. Hierdoor ziet hij veranderingen in het terrein en kan hij maatwerk leveren in het beheer.
In het eerste jaar na de uitvoering stond er water op maaiveld: niet alleen van het regenwater, maar ook van uittredend grondwater. Met name het perceel aan de zuidzijde ontwikkelt zich daardoor al mooi. We zien hier ruwe bies, veldrus, dagkoekoeksbloem en waterpunge. Je legt een basis neer en daarna blijft het een verrassing!"
Tekst: Provincie Gelderland
Foto's: Stichting ’t Engeveld en Herman Vreeman (leadfoto: flamingo's streken al neer vanuit het nabijgelegen Zwillbrocker Venn)