Week van het fluweelpootje
SoortenNLHet fluweelpootje is, met zijn bundel glimmende oranjebruine hoeden en vrijwel zwarte fluwelige steel, een goed herkenbare paddenstoel. Een bundel fluweelpootjes met een toef sneeuw op de hoed is geen uitzondering (althans in vroeger tijden toen we nog winter kenden). De winter is dan ook de beste tijd om naar ze op zoek te gaan. Fluweelpootjes zijn opvallende paddenstoelen, je ziet ze al van een afstand. Ze groeien in groepen of bundels parasitisch of saprotroof op dode en levende stammen, stronken, takken en ondergronds hout van loofbomen en heel soms op naaldbomen. Ze hebben een voorkeur voor els, es, populier en vlier op wat rijkere bodems, maar je vindt ze ook weleens op paardenkastanje en op door iepenziekte aangetaste iepen. Je kunt ze overal in het land tegenkomen, maar op de zandgronden in het oosten zijn ze wat minder algemeen.
Fluweelpootjes herken je aan hun wat vettige of slijmerige, warm oranjebruine hoed van gemiddeld zo’n drie tot vijf centimeter met een wat lichtere buitenrand. De taaie, fluwelige steel is bij jonge exemplaren eerst even mooi oranje als de hoed, maar wordt later vanuit de basis heel donkerbruin viltig en is ongeveer even lang als de hoeddiameter. Meestal blijft de top van de steel oranjegeel. De plaatjes zijn meestal botergeel, maar kunnen ook wittig zijn. Vaak groeien ze in grote groepen of bundels op het hout. De sporen zijn wit. De Nederlandse naam heeft de paddenstoel te danken aan zijn fluwelige steel. De wetenschappelijke naam Flammulina slaat op de warme oranje hoeden die als vlammen schijnen in de winterzon.
Iedere week staat een plant, dier of schimmel centraal in De week van de… Het is een initiatief van SoortenNL, hét kennisnetwerk voor wilde planten en dieren van Nederland. Een netwerk van organisaties die toegepast onderzoek doen en natuurgegevens verzamelen met hulp van duizenden vrijwilligers voor de bescherming van soorten en hun leefgebieden. Met die gegevens ontwikkelen we kennis over de staat van de natuur en verbeteren we beheer, beleid en betrokkenheid. |
Fluweelpootjes breken dood hout af, maar je vindt ze ook op aftakelende bomen, waar ze als zwakteparasiet optreden. Fluweelpootjes mogen dan gemakkelijk te herkennen zijn, maar daarmee ben je er nog niet. Onder de naam fluweelpootje gaat een groep van soorten schuil. Deze zien er op het oog hetzelfde uit, maar in werkelijkheid zijn het verschillende soorten, zoals gebleken is uit DNA-onderzoek. In Nederland zijn tot nu toe drie soorten bekend, die we gelukkig wel uit elkaar kunnen houden. Daarvoor is dan wel een microscoop nodig, ze verschillen met name in de vorm en grootte van de sporen. De Nederlandse soorten zijn gewoon fluweelpootje (Flammulina velutipes), die waarschijnlijk het meest algemeen is, in ieder geval het meest gemeld; langsporig fluweelpootje (Flammulina elastica), die veel zeldzamer lijkt en een voorkeur lijkt te hebben voor kleiïge bodems; en ten slotte het zomerfluweelpootje (Flammulina fennae), die over het algemeen een wat lichtere hoed heeft dan de beide andere en gemiddeld wat vroeger in het jaar te vinden is.
Tekst: Alfons Vaessen en Inge Somhorst, SoortenNL & Nederlandse Mycologische Vereniging
Foto's: Alfons Vaessen