Natuurjournaal 2 december 2022
Nature TodayHet koolzaad bloeit weer! Maar niet heus. Het lijkt er wel heel veel op, maar wat je in deze tijd van het jaar voor koolzaad uitscheldt, is gele mosterd. Verwarrend genoeg wordt het ook wel witte mosterd genoemd, maar de bloemen zijn toch echt geel. Dit snelgroeiende gewas wordt gebruikt als groenbemester na een vorige teelt. Het is een éénjarige plant die in de winter dood gaat en daarna wordt ondergeploegd ter verrijking van de bodem. Je kan het ook gebruiken voor de oogst van mosterdzaad, maar dat zijn net andere rassen. Ze lijken allemaal op elkaar. De plant trekt een grote hoeveelheid insecten aan, hetgeen in het najaar niet onbelangrijk is. Gele mosterd en koolzaad zijn familie en ze lijken ook heel veel op elkaar. Vandaar de verwarring. Koolzaad bloeit echter in het voorjaar en mosterd in het najaar. Je kan het verschil ook ruiken: gele mosterd is reukloos, koolzaad heeft een sterk zoete geur. Even de neus erbij en je weet het.
Een bekend verschijnsel in herfst en de winter: draden van hoogspanningsmasten vol zwarte vogels. Het zijn meestal kauwen, aangevuld met wat roeken en kraaien. De kauwen krijgen gezelschap van vogels uit het oosten van Europa, die daar door de winter niet genoeg voedsel meer kunnen vinden. Zij komen dan hier snacken. De kauwen zoeken beschutting bij elkaar en gezien het vrolijke ‘gekauw’ lijkt het erop dat ze het ook wel gezellig vinden. Deze samenkomsten zijn voorverzamelplaatsen in de schemering. Als het eenmaal donker is, verhuist de hele bups naar slaapbomen in de buurt. Je ziet altijd dat er een bepaalde afstand is tussen de vogels. Dat komt doordat ze ruimte nodig hebben om weg te vliegen. Als je bovenop elkaar gepakt zit, is de reactietijd om op te vliegen te lang en wellicht val je dan ten prooi aan een slechtvalk of een ander roofdier. Je moet je vleugels dus wel uit kunnen slaan.
Wil je meer weten over de natuur in jouw omgeving? Kijk dan op NatureToday.nl of download Nature Today in de appstores van Apple en Google Play. |
Tekst en foto’s: Mike Hirschler, IVN