Rivierkreeften verantwoordelijk voor dijkverschuiving Reeuwijk?
Wageningen Environmental Research, Wageningen University & ResearchHet is niet geheel onlogisch dat rivierkreeften in verband worden gebracht met vergravingen van oevers. De rivierkreeft komt in het beheergebied van Hoogheemraadschap van Rijnland – waar Reeuwijk onder valt – in groten getale voor. Wageningen Environmental Research en EIS hebben uitgezocht of de rivierkreeften hebben bijgedragen aan de verschuiving van de dijk in Reeuwijk op deze schaal.
In de uitgevoerde studie wordt ingegaan op 1) een eerste indruk van de situatie op 26 juli 2021, 2) een beschrijving van de mate van graafschade door Amerikaanse rivierkreeften (Procambarus clarkii) en mogelijke andere dieren, 3) een vergelijking van de situatie in Reeuwijk met andere gebieden en resultaten bekend uit eerder onderzoek en 4) mogelijke andere zaken die opvielen aan de kering.
Over een lengte van 330 meter is de oeverlijn onderzocht op openingen gemaakt rondom de waterlijn. Hierbij zijn 113 holen aangetroffen, waarvan 39 op land. Van een representatief deel van de oever zijn de holen onderzocht om te beoordelen of deze door een rivierkreeft of ander dier gemaakt konden zijn. Dit betrof 15 holen waarvan er vermoedelijk vijf van een kreeft waren. Zowel het totaal aantal holen als het aandeel van rivierkreeften hierin is gering. Tevens liepen de holen doorgaans minder dan 75 centimeter de dijk in en bevonden ze zich allemaal in het bovenste deel van de oever rondom de waterlijn.
In de wetering wordt door de lokale beroepsvisser veel rivierkreeft gevangen. Dit is een opvallende tegenstelling met de geringe graafactiviteit. Daarom is het aan te raden om uit te zoeken wat de kreeftendichtheid daadwerkelijk is. Mogelijk duidt dit op (lokale) omstandigheden waarbij er wel een hoge dichtheid van rivierkreeften aanwezig is, maar dat de kreeften niet veel graven. Deze kennis zou kunnen bijdragen aan het robuuster maken van keringen/oevers.
Verder viel tijdens het onderzoek op dat de oevers op een aantal plekken behoorlijk waren afgetrapt. Het veldbezoek maakte duidelijk dat er naast schapen ook koeien op de kade werden geweid. Sommige van de dieren liepen deels het water in om te drinken en trapten hiermee de oever af. Dit proces wordt ongetwijfeld versneld als de oever al verzwakt is door de aanwezigheid van (kreeften)holen. In het kader van de oeverstabiliteit wordt aanbevolen om deze combinatie van factoren en het daadwerkelijke beheer van de oevers kritisch tegen het licht te houden. Wat dit mogelijk betekent voor de stabiliteit van de kade moet door geotechnici worden bepaald, maar vanuit een ecologisch perspectief lijkt de rol van rivierkreeften in de verschuiving van de kade op 26 juli 2021 gering te zijn.
Meer informatie
Tekst: Fabrice Ottburg, WENR; Bram Koese, EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden; Ivo Roessink, WENR
Foto's: Fabrice Ottburg