Massale najaarstrek van koperwieken
Vogelbescherming NederlandIn de avond van 18 oktober 2022 hebben honderdduizenden, wellicht miljoenen koperwieken Noorwegen en Zweden verlaten om na een nachtelijke trektocht over de Noordzee op 19 oktober land fall te maken in Nederland. Voor de gelukkige vogelaars die dag die op de juiste plek stonden, was het een trekdag om nooit te vergeten. Op Texel zag vogelaar Erik Bloeming die ochtend in de ochtend zo’n 290.000 koperwieken langs vliegen. “Wow....in veel jaren trektellen best wat meegemaakt maar dit nog nooit! In dubbele hoogtelagen enkele duizenden 'kopers' per minuut naar zuid, nu al minimaal een uur lang,” aldus Erik. Op Westenschouwen kwam het dagtotaal op ruim 350.000 exemplaren te staan.
Golven koperwieken
Hoewel niet elk jaar zo spectaculair als afgelopen 19 oktober, is de koperwiekentrek door de massaliteit ervan een jaarlijks hoogtepunt voor vogelaars. Op de Waddeneilanden komen kort na middernacht, na zes uur en 600 kilometer vliegen, meestal de eerste golven koperwieken aan; er gaan er nog vele volgen. ’s Morgens bij het eerste licht kan de trek al volop zichtbaar zijn, maar vaak is deze pas manifest in de tweede helft van de ochtend – afhankelijk van het weer.
Op allerlei hoogtes, zelfs tot vlak onder het wolkendek, stromen ze binnen in hun snelle, spreeuwachtige vlucht. Overal waar bessen zijn, vallen in de loop van de dag de legers koperwieken in. Niet alleen direct aan de kust. Als de wind nog steeds gunstig is – wind mee! – vliegen veel vogels diep het binnenland in. Vaak zó hoog dat je ze niet ziet. Dan lijkt het aan de kust alsof er helemaal geen trek is.
Maar als het weer bij ons ongunstig is – regen, tegenwind, mist of laaghangende bewolking – dan gaat de trek laag en vallen de koperwieken eerder in, vaak al zodra ze de kust zien. Opgebrand – letterlijk. Want na zo’n nacht verliezen koperwieken flink aan gewicht en moeten ze eten. Bessen, let wel: rijpe bessen, voor koperwieken herkenbaar aan het UV licht dat door de rijpe bessen wordt gereflecteerd. Bessen van meidoorns, maar ook van lijsterbessen, bramen, sleedoorns, vogelkersen enzovoort. In duinen, maar ook in wilgenbossen met vlieren of in boerenland met meidoornhagen, kun je na een goede treknacht geen stap zetten zonder dat tientallen koperwieken voor je opvliegen. Want schuw zijn ze! Het vereist enig geduld om te genieten van de prachtige kleuren en tekening.
Drie à vier miljoen doortrekkers
Door ring- en radaronderzoek én nijver telwerk is al veel bekend over de trek van koperwieken. Zo zijn er drie trekroutes te onderscheiden: een via de Lage Landen naar Frankrijk en het Iberisch Schiereiland, een ander via Oost-Europa naar het westelijk Mediterrane gebied en de derde van Noorwegen over de Noordzee naar de Britse eilanden en soms verder naar Noord-Spanje, over de Golf van Biskaje. In Nederland trekken naar schatting tussen de 3,4 en 4,4 miljoen koperwieken door uit Noorwegen, Zweden, Finland en Noordwest-Rusland. Wellicht ook uit Siberië, want daar worden ze nauwelijks geringd.
Het grootste deel trekt snel door naar Zuidwest-Europa of nog verder naar Noordwest-Afrika; een kleiner deel trekt naar Engeland. Volwassen koperwieken trekken gemiddeld verder dan jonge vogels. Koperwieken zijn redelijk plaatstrouw aan hun eenmaal gekozen overwinteringsgebied, maar sommige zijn ondernemender. Zo werd een in Nederland geringde koperwiek in een latere winter helemaal in Iran teruggevonden.
Zelf koperwieken zien?
Koperwieken kijken in eigen land kan het beste in de tweede helft van oktober. Hoewel de eerste al in september verschijnen, is de hoofdtrekperiode geconcentreerd in een periode van gemiddeld maar twaalf dagen. Koperwieken hebben net iets spitsere vleugels dan de gelijkende zanglijsters, vliegen wat sneller dan die lijsters en trekken in dichtere formaties. Verder heeft de koperwiek een opvallende lichte wenkbrauwstreep en roestrode flanken en ondervleugels.
’s Nachts kun je trekkende koperwieken horen. Vooral boven steden, als de vogels door het licht worden aangetrokken en lager gaan vliegen. Als wintervogel is hij een stuk schaarser; dan zitten ze liefst op weilanden met veel regenwormen, vaak in gezelschap van kramsvogels. Bij vorstinval trekken koperwieken bijna allemaal weg.
Dit artikel is een bewerking van een eerder verschenen artikel op de website van Vogelbescherming Nederland op 27 september 2019
Tekst en foto's: Ruud van Beusekom, Vogelbescherming Nederland